e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L159a plaats=Middelaar

Overzicht

Gevonden: 2389
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krentenbrood krentenweg: kreenteweg (Middelaar) Krentenbrood (krintemik, kramiek, beezenbrood, rezienemik, lippert, pruukesweg?) [N 16 (1962)] III-2-3
krielkip krieletje: krilǝkǝ (Middelaar) Een krielkip is een soort kleine kip. [N 19, 42; monogr.] I-12
kroeshaar kroeshaar: kroeshöör (Middelaar) kroeshaar [N 10 (1961)] III-1-1
krols rols: raals (Middelaar), rāls (Middelaar) loops, geslachtsdriftig ve kat [N 19 (1963)], [N C (1962)] III-2-1
krompasser ronde passer: rǫndǝ pɛsǝr (Middelaar) Passer met kromme benen waarmee de dikte van voorwerpen kan worden gemeten. Er bestaan twee uitvoeringen van de krompasser: één met veer en stelschroef en één met een scharnierpunt dat voldoende stroef is om de twee benen, na het uitzetten van de vereiste afmeting, in die stand vast te houden. De benen van de krompasser met stelschroef kunnen met een kartelmoer worden gefixeerd. Zie ook afb. 82. [N 33, 252c; N 64, 80b; N 66, 1b] II-11
kropgat steengat: steengat (Middelaar) Het gat dat zich midden in de loper bevindt en waarin het te malen graan loopt. Kweern in het woordtype kweernoog (l 331) verwijst naar de in die plaats gebruikelijke term voor de handmolen. Zie het lemma ɛhandmolenɛ.' [N O, 18o; A 42A, 35; N D, 8; Sche 53; Vds 129; Jan 128; Coe 93; Grof 119; N O, 18h] II-3
kruidwis kruidwis: kruutwis (Middelaar) kruidwis [N 06 (1960)] III-3-2
kruien kruien: krø̄i̯ǝ (Middelaar) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruim kruim: kruum (Middelaar) Het zachte binnenste van het brood (kruim?) [N 16 (1962)] III-2-3
kruin kruin: krùùn (Middelaar) kruin van het hoofd [N 10 (1961)] III-1-1