e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L159a plaats=Middelaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schoolkinderen schoolkinderen: sxolkindər (Middelaar) schoolkinderen [RND] III-3-1
schoondochter schoondochter: schondochter (Middelaar) schoondochter [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonmoeder schoonmoeder: schonmoeder (Middelaar), schoonmoet: cf. WNT s.v. "moet (I)". Zie moei  schonmoet (Middelaar) schoonmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonouders schoonouders: schonalders (Middelaar) schoonouders [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonvader schoonvader: schonvoder (Middelaar), cf. VD s.v. "va"; verkl.w. "vaatje  schonfat (Middelaar) schoonvader [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonzoon schoonzoon: schonzoon (Middelaar) schoonzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
schoonzuster schoonzuster: schonzuster (Middelaar) schoonzuster; Bestaan er verschillende woorden voor de zuster van den man of de vrouw, en de vrouw van den broeder? [DC 05 (1937)] III-2-2
schoor schoor: sxōr (Middelaar) Schuine steunbalk tussen muurstijlen en regels. Zie ook afb. 47. [N 4A, 52c; N 31, 45d] II-9
schop om vlikken of heiturf te steken turfspade: tørfspāj (Middelaar) Schop met twee opstaande randen of vleugels aan de zijkant. Het blad is meestal hartvormig. [N 18, 13; I, 39; monogr.] II-4
schop, afdak voor landbouwgereedschappen afdak: afdak (Middelaar), karschop: karsxop (Middelaar) Het gedeelte van de boerderij-gebouwen waarin het los gereedschap, de karren, wagens en werktuigen worden opgeslagen. Soms stond deze bergplaats op zichzelf, maar doorgaans was ze tegen de schuur aangebouwd en bestond ze uit een groot afdak, zonder muren. Scherf is een contaminatie van ''schelf(t)'' en ''scherm''. Schaldij is eigenlijk "binnenplaats". Zie ook de plattegronden bij paragraaf 1.2. [N 5A, 73c en 80a; N 5, 105a, 106 en 107; JG 1a, 1b, 1c, 2a, 2b en 2c; L 1a-m; L B1, 179; L 6, 56 en 57; L 12, 1; L 19a, 11; Gwn 4, 1; S 1 en 50; monogr.] I-6