e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Middelaar

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lichaam lijf: lief (Middelaar) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht macht: maacht (Middelaar, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4
lichaamsvocht vochts: voachts (Middelaar) lichaamsvocht (dat zich bijv. in de gewrichten bevindt) [N 10 (1961)] III-1-2
lichtboom van de handmolen lichtboom: lēxt˱bom (Middelaar) Het onder de pasbrug geplaatste balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waarmee de pasbrug op en neer kan worden bewogen. [N D, 22] II-3
lichte klei dalgrond: dalgrōnt (Middelaar) Grondsoort die bestaat uit zand en klei. Zavel is lichte klei waarin het zandgehalte 60 tot 80% kan zijn. [N 27, 43; N 27, 41] I-8
lichte nevel motterig: motterig (Middelaar) lichte nevel die het zicht vertroebelt [donst, dook, blaok] [N 22 (1963)] III-4-4
lichte overjas overjas: aoverjas (Middelaar) herenoverjas, lichte ~ [sertoe] [N 23 (1964)] III-1-3
lidmaat, ledematen lid, leden: léje (Middelaar) ledematen, lidmaat [N 10 (1961)] III-1-1
lied, liedje liedje: litsjə (Middelaar) liedje [RND] III-3-2
lies lies: lieze (Middelaar) lies, liezen [den dunne, lieze, lieses] [N 10 (1961)] III-1-1