24468 |
beukennootje |
beukennootje:
-
buukenötjes (L159a Middelaar)
|
beukennootje [DC 39 (1965)]
III-4-3
|
33361 |
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal |
voerhoek:
vurhuk (L159a Middelaar)
|
De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c]
I-6
|
17950 |
beweeglijk rondlopen |
ritsen:
ritse (L159a Middelaar)
|
lopen: beweeglijk rondlopen [ritse, kwinkeleere] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
25231 |
bewolking |
lucht:
de lòcht (L159a Middelaar)
|
bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
19613 |
bezem |
bezem:
be̞ͅsəm (L159a Middelaar),
heibessem:
hęi̯bɛsǝm (L159a Middelaar)
|
bezem [RND] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b]
I-4, III-2-1
|
19729 |
bezemsteel |
steel:
stēəl (L159a Middelaar)
|
bezemsteel [RND]
III-2-1
|
17996 |
bibberen |
bibberen:
bibbere (L159a Middelaar)
|
beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
21270 |
bieden |
bieden:
bijə (L159a Middelaar)
|
bieden [RND]
III-3-1
|
20830 |
bier |
bier:
bîêr (L159a Middelaar)
|
bier [RND]
III-2-3
|
20640 |
bierpap |
bierpap:
bierpap (L159a Middelaar)
|
Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|