19512 |
tuit |
tuit:
tuit (L159a Middelaar)
|
tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20746 |
tulband |
turkse muts:
turksemuts (L159a Middelaar)
|
Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24259 |
tureluur |
kuluut:
kulut (L159a Middelaar, ...
L159a Middelaar)
|
tureluur || tureluur (28 minder algemeen dan grutto [111]; lijkt wel een kleine bruine uitgave ervan met rode pootjes en snavel; roep [tuu-tu-tu] en [teluuje, teluuje] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
26795 |
turfspa |
turfspa(de):
tørfspāj (L159a Middelaar)
|
Afhankelijk van de plaats de gebruikelijke schop om turf te steken. In het algemeen een schop met een blad zo breed als een turf breed is en lang als een turf lang is of kan zijn. [N 18, 17; I, 55; monogr.]
II-4
|
32958 |
tweede klaveroogst |
tweede maai:
twędǝ męi̯ (L159a Middelaar)
|
In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c]
I-3
|
21648 |
tweede verkoping |
toeslag:
den toeslag (L159a Middelaar)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34234 |
tweespeen |
tweedeem:
twēdēm (L159a Middelaar)
|
Koe die slechts uit twee spenen melk geeft. [N 3A, 66]
I-11
|
20758 |
uienpannenkoek |
lookkoek:
lookkōēk (L159a Middelaar)
|
Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33788 |
uier |
demen (mv):
dēmǝ (L159a Middelaar),
ouwer:
uǝr (L159a Middelaar)
|
De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.]
I-11
|
21664 |
uit de hand verkopen |
uit de hand verkopen:
uit de háánd verkócht (L159a Middelaar)
|
Kleinigheden uit de hand verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|