e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Millen

Overzicht

Gevonden: 1753
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannelijke gans gant: goi̯.njtj (Millen) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
mannelijke geit bok: bok (Millen), buk (Millen) [N 70, 8; N 77, 78; N 77, 80; A 9, 19; L 32, 82; Wi 11; RND 89; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
mannelijke hond, reu mannetje: mɛŋkə (Millen) reu [Goossens 1b (1960)] III-2-1
mannelijke kat, kater kater: kōͅ.tər (Millen), käter (Millen) kater [Goossens 1b (1960)] || mannelijke kat [ZND 27 (1938)] III-2-1
mannenkleren manskleren: mḁnskler (Millen) mannenkleren [t mansdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
mannenonderhemd onderlijf: oͅnərlaif (Millen) onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
mantelpak vrouwluikostuumpje: vroͅlaikəstymkə (Millen) mantelpak, uit jas en rok bestaand dameskostuum [N 23 (1964)] III-1-3
markt markt: int middel van de mert (Millen), mɛrt (Millen), terjas jeuver de mert (Millen) Dwars over de markt [ZND 23 (1937)] || In het midden van de markt. [ZND 38 (1942)] || markt [RND] III-3-1
marmer marmer: moimer (Millen, ... ) marmer [ZND 01 (1922)], [ZND 38 (1942)] III-4-4
masteluin bontgoed: bontgoed (Millen) Menggewas, vooral rogge en tarwe dooreen; vroeger bakte men er brood van ("masteluinbrood"), nu wordt het alleen nog als groenvoer gezaaid. Indien het mengsel een andere samenstelling heeft dan rogge en tarwe, dan wordt dat in het lemma aangegeven. De opgaven "groenvoer" zijn in het lemma ''groenvoer'' (1.2.14) ondergebracht. Voor de fonetische documentatie van het woorddeel [koren], zie het lemma ''rogge'' (1.2.4), resp. ''graan, koren'' (1.2.1). [L 39, 15; L lijst graangewassen, 5; monogr.; add. uit L 48, 26; Lu 2, 26] I-4