e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Millen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nachtkleren nachtkleren: neͅtkleͅr (Millen) nachtkleding in het algemeen [t naachtdinge] [N 25 (1964)] III-1-3
nageboorte van de koe bed: bɛt (Millen) [N 3A, 57a; JG 1a, 1b; A 33, 19b; monogr.] I-11
nagel nagel: noagel (Millen) [ZND 30 (1939)] III-1-1
nagewas tweede schaar: twēdǝ šuǝr (Millen) Het tweede gewas dat op een veld wordt geteeld nadat men er eerder al geoogst heeft. Bamis is een verkorting van ''Bavo-mis'', ofwel 1 oktober, feest van Sint Bavo; het heeft dan ook de betekenis van "herfst". Vergelijk het lemma ''zaaien, van nagewas'' (2.3). [JG 1a, 1b; monogr.] I-4
nagras, tweede hooioogst achtermaad: ē̜.tǝrmø̜t (Millen), tweede schaar: twēdǝ šōǝr (Millen) De opbrengst van de tweede maal dat er gehooid wordt, doorgaans eind augustus; zie de algemene toelichting bij deze paragraaf (''nagras''). [N 14, 128b, JG 1a, 1b en 2b; A 4, 26a; A GV, 2Gr.; L B2, 345; L 5, 8; L 14, 15; Gwn 7, 10; Wi 58; S 25; monogr.] I-3
natuurlijke waterloop beek: bi̯ɛk (Millen) Natuurlijke, smal stromende waterloop. [N 27, 25; N 27, 24; A 2, 48; A 10, 21; A 20, 1d; A 20, 1c; AGV, m1; L 24, 17; L 24, 27; L 33, 10; L 37, 15; R I, 23; S 33; monogr.] I-8
nauwelijks stekende bijen zoete bienen: zytǝ bīnǝn (Millen) Volk dat nauwelijks steekt. Het ene ras is zachtaardiger dan het andere. Dit kan een gevolg zijn van veredeling op zwermtraagheid en krachtig broeden. Deze twee factoren verminderen de lust tot steken. [N 63, 73e; Ge 37, 126; monogr.] II-6
nauwgezet; nauwgezet persoon correct: hə is krék (Millen), correcte, een -: tiz ənə krék (Millen) Hij is op zijn punt - sekuur (a.gezegd v.e. persoon; b.v.e. werk) [RND] III-1-4
navelbandje nagelbandje: noͅgəlbeͅntšə (Millen) navelbandje [nagelbendje] [N 25 (1964)] III-2-2
neef neef: neef (Millen), nèf (Millen) neef [ZND 11 (1925)] III-2-2