e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Millen

Overzicht

Gevonden: 1753
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boom (alg.) boom: bo:m (Millen) boom [RND] III-4-3
boomgaard fruithof: frø̄tgu̯oͅf (Millen), graaf met fruitbomen: groof met fruitbeum (Millen) boomgaard [ZND 22 (1936)] I-7
boordenknoopje bandjesknoopje: beͅnšəsknøpkə (Millen) boordeknoopje [N 23 (1964)] III-1-3
borg blijven borg blijven: beurg blijve veur imet (Millen) Borg blijven voor iemand. [ZND 22 (1936)] III-3-1
borst borst: bǫs (Millen) Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9
borstkas borst: ich heub ne kaa op men bos (Millen) Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-1
borstrok borstlijfje: boͅslaifkə (Millen) borstrok, onderkledingstuk dat over het hemd wordt gedragen [hemdrok, humperok, sjtoep, liefke, slaoplijf] [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor mannen) borstlijfje: boͅslaifkə (Millen) borstrok voor mannen [N 25 (1964)] III-1-3
borstrok (voor vrouwen) borstlijfje: boͅslaifkə (Millen) borstrok voor vrouwen [N 25 (1964)] III-1-3
borstspeld broche (fr.): broͅš (Millen) speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] III-1-3