e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Millen

Overzicht

Gevonden: 1753
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
krentenbrood krentenbrood: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  kreͅntebrood (Millen), krentenmik: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  kreͅntemik (Millen) krentenbrood [ZND 28 (1938)] III-2-3
kreunen van de pijn jammeren: j"mert (Millen) hij kreunt van de pijn [ZND 28 (1938)] III-1-2
kribbebijter kribbebijter: kribǝbɛi̯.tǝr (Millen), krøbǝbai̯.tǝr (Millen) Nerveus paard dat met de snijtanden in de kribbe of op een ander hard voorwerp bijt, de lucht hoorbaar naar binnen zuigt en kreunt. Dit leidt dikwijls tot indigestie. Een kribbebijter is te herkennen aan de sterke afslijting van de wrijfvlakken, vooral aan de voorrand der snijtanden. Een kribbebijter zuigt wel lucht op; het woord is echter geen synoniem van windzuiger (4.4.5). [JG 1a, 1b; A 48A, 41b; N 8, 62o en 84f; add. uit N 52] I-9
krijgertje spelen kattekat spelen: kat te kat spelen (Millen) Ze spelen krijgertje, ... katje enz.: het kinderspel waarbij een kind de andere naloopt en ze tracht te raken. [ZND 36 (1941)] III-3-2
krijt krijt: een steuk wit krait (Millen) Een stuk wit krijt. [ZND 37 (1941)] III-3-1
kruien wegvaren: wɛx˲vǭrǝ (Millen) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kruik: krauk (Millen), meut: meut (Millen) kruik [ZND 29 (1938)] III-2-1
kruimel breumel: breumel brood (Millen) kruimel brood [ZND 36 (1941)] III-2-3
kruin kruin: kroon (Millen) de kruin van het hoofd (waar het haar draait) [ZND 29 (1938)] III-1-1
kruis kruis: krai̯.s (Millen), één kraais, twee kraaizen (Millen) Een kruis, twee kruisen. [ZND 29 (1938)] || Kruising van ruggegraat en achterheupen, uitlopend in de staart en staartwortel. Zie afbeelding 2.31. [JG 1a, 1b; N 8, 13 en 14] I-9, III-3-3