e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
legnest legkist: lęxkest (Milsbeek), legnest: lęxnę̄st (Milsbeek) Het nest waarin de kippen hun eieren leggen. Est is door metanalyse uit nest ontstaan. [N 19, 32; A 48, 16e; monogr.; add. uit S 25] I-6
leiden dekken: dɛkǝ (Milsbeek) De koe laten paren. [N 3A, 30a; JG 1a, 1b; monogr.] I-11
lemmer het scherp: schaerp (Milsbeek) snijblad van een mes (lemmer, lemmet) [N 20 (zj)] III-2-1
lente, voorjaar vroegjaar: vroegjaor (Milsbeek) voorjaar, lente III-4-4
lepbig leppoggen (mv.): lɛppogǝ (Milsbeek) Een big die met koemelk wordt grootgebracht. [N 19, 15; N 19, 16; monogr.] I-12
lepel lepel: lēͅpəl (Milsbeek), léépel (Milsbeek), léépels (Milsbeek) lepel || lepel in het algemeen (lepel, lippel, leeper) [N 20 (zj)] || lepel, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
lepelrek lepelrek: léépelrék∂ (Milsbeek) rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
leunstoel proost: prōͅst (Milsbeek), zorg: zø͂ͅrx (Milsbeek), zøͅrx (Milsbeek) leunstoel III-2-1
leurder venter: vènter (Milsbeek) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leuren eruit gaan: d⁄r uut gaoṇ (Milsbeek) Inventarisatie uitdrukkingen voor: "op koopmanschap gaan"= erop uittrekken om zijn waren te verkopen? Zo neen, welke andere uitdrukking. Geeft u nauwkeurig de uitspraak aan. [N 21 (1963)] III-3-1