e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mals soepel: supǝl (Milsbeek) Goedgelooid, zacht, lenig, buigzaam, gezegd van leer. [N 60, 9] II-10
man, manspersoon man: man (Milsbeek), manskerel: ma.nskèl (Milsbeek), manslui: ma.nsluj (Milsbeek), zie ma.nsluj  ma.nsluuj (Milsbeek) man || mannen, man(s)volk || manspersoon III-2-2
mand ben: bɛn (Milsbeek), korf: kø̜rǝf (Milsbeek), mand: mānt (Milsbeek) De algemene benaming voor een uit wissen gevlochten mand. Zie ook afb. 284. Uit het materiaal blijkt dat er niet altijd een onderscheid wordt gemaakt tussen de woorden mand en korf. Als dat wel wordt gedaan, duidt men met het eerste woord eerder een mand met oren aan, terwijl men het tweede gebruikt voor een mand met een hengsel (vgl. Janssens, pag. 24 e.v.). Zie ook het lemma ɛkorfɛ.' [N 20, 48; N 40, 37; L 1 a-m; S 23; monogr.] II-12
mannelijk jong van de geit bokje: bø̜kskǝ (Milsbeek) [N 19, 71b; N 19, 71a; N 77, 76; A 9, 21] I-12
mannelijk kalf stierkalf: stir[kalf] (Milsbeek), varkalf: varkalf (Milsbeek) [N 3A, 15; N C, 7a; JG 1a, 1b; A 9, 17a; Gwn V, 5a; monogr.] I-11
mannelijk kalf dat van tanden begint te wisselen varkalf: varkalf (Milsbeek) Algemeen kan men zeggen dat het hier gaat om een kalf van ongeveer één jaar oud. [N 3A, 16; add. uit N 3A, 15] I-11
mannelijk kuiken haantje: hāntjǝ (Milsbeek) [N 19, 41b; L A2, 507] I-12
mannelijk schaap ram: ram (Milsbeek), schapenbok: sxǭpǝnbok (Milsbeek) Het mannelijk schaap in het algemeen. Varianten van het woordtype hamel die voor "mannelijk schaap" zijn opgegeven, zijn naar het lemma ''gesneden mannelijk schaap'' (2.2.5) overgeheveld. [L 5, 30b; L 20, 22a; L 39, 44; L 6, 25; L B2, 319; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 2, 46; A 4, 22a; Wi 12; AGV, m 3; R 3, 34; VLD; S, Q 105 add.; monogr.] I-12
mannelijke eend wielder: wildǝr (Milsbeek) [GV, K 2; L 1a-m; L 3, 3; L 14, 18; JG 1a, 1b, 2c; S 18; NE II, 55; Vld.; A 6, add.; monogr.] I-12
mannelijke gans gent: gɛ̄nt (Milsbeek), genter: gɛ̄ntǝr (Milsbeek) [A 6, 5a; A 6, 5c; S 9; L 1a-m; L 1, 59; L 14, 20; JG 1a, 1b; monogr.] I-12