18921 |
nietsnut |
lapzwans:
Dèn lapzwa.ns is nie vöruut te bra.nde
lapzwa.ns (L163a Milsbeek)
|
nietsnut
III-1-4
|
19010 |
nieuwsgierig |
nieuwsgierig:
Vertèl ¯s ga.w, ge makt mien nïjsgierig Als d¯r ¯n brulleft is, stôn d¯r a.ltied nïjsgierige vrôllie ân de kèrk
nïjsgierig (L163a Milsbeek)
|
nieuwsgierig
III-1-4
|
19177 |
nieuwsgierigaard |
gaap:
Die gaap stó.nt wèr achter de gerdien te loe.re én te spèlke
gaap (L163a Milsbeek),
gaapmuil:
Dèn gaapmoel óntgèt niks; hïj ziet én wèt alles Wat stèt dieje gaapmoel dor wèr ööj te kie.ke
gaapmoel (L163a Milsbeek)
|
nieuwsgierig of dom persoon || nieuwsgierige vrouw
III-1-4
|
30857 |
nijptang |
knijptang:
kniptaŋ (L163a Milsbeek, ...
L163a Milsbeek),
tang:
taŋ (L163a Milsbeek)
|
In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor tangen van diverse vorm en grootte die vooral dienen om spijkers uit trekken, maar vaak ook gebruikt worden om draadnagels of metaaldraad af te knippen. Zie ook afb. 144. Uit het Leuvens materiaal L B2, 228-229 blijkt, dat het woordtype trektang vooral de benaming is voor een vrij grote tang waarmee spijkers kunnen worden uitgetrokken. [N 33, 180; N 64, 47b; L B2, 228-229; monogr.; div.] || In het algemeen het werktuig om te knijpen en te trekken. Zie afb. 9. [N 60, 184a; N 60, 236]
II-10, II-11
|
20809 |
noot |
noot:
nōt (L163a Milsbeek),
nøͅt (L163a Milsbeek)
|
noot
III-2-3
|
20810 |
nootmuskaat |
nootmuskaat:
nōt˂bəsxōͅt (L163a Milsbeek)
|
nootmuskaat
III-2-3
|
21651 |
notariskosten |
harkhui:
harkhööj (L163a Milsbeek),
schrijfgeld:
schrīēfgaelt (L163a Milsbeek)
|
gelden die bestemd zijn voor de notaris i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen [ongelden, den bamis, onraad, herengeld?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
24219 |
oeverzwaluw |
aardzwalf:
è(è)rdzwélf (L163a Milsbeek)
|
oeverzwaluw
III-4-1
|
24900 |
ogenblikje, korte tijd, eventjes |
eventjes:
iefkes (L163a Milsbeek)
|
eventjes
III-4-4
|
19546 |
olielamp |
snotneus:
snotneus (L163a Milsbeek)
|
lamp/ luchter; inventarisatie soorten en gebruiksmogelijkheden; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)]
III-2-1
|