id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
34479 | pas uit het ei gekomen kipje | kuiken: kykǝ (Milsbeek) | [N 19, 40b] I-12 |
26692 | pasbrug | vonder: vondǝr (Milsbeek) | Het horizontale balkje, als onderdeel van de licht van handmolens, waar de zwengel en de spil op rusten. De pasbrug is aan één uiteinde scharnierend vastgezet en rust met het andere uiteinde op de lichtboom. [N D, 21] II-3 |
24223 | patrijs | patrijs: pa.tries (Milsbeek), petrie.s (Milsbeek) | patrijs III-4-1 |
30937 | patronen | patronen: pǝtrōnǝ (Milsbeek) | Snijmodellen van papier of karton. "De meesterknecht legt op de huid een model van karton en hij ritst, nauwkeurig den omtrek van het model volgend, een stuk van de vereischte grootte uit." (Directie, pag. 298). Zie afb. 24. [N 60, 39a] II-10 |
33562 | peen, wortel | wortelenpenen: wortelepin (Milsbeek) | peen I-7 |
33492 | peer, soorten | juttepeer: juddepèèr (Milsbeek), peer: pèèr (Milsbeek), stoofpeer: staofpèèr (Milsbeek) | juttepeer || peer || stoofpeer I-7 |
20414 | peetoom | peet: pèèt (Milsbeek), peetoom: zie pèèter pèètoom (Milsbeek), peter: pèèter (Milsbeek), peteroom: zie pèèter pèèteroome (Milsbeek) | doopgetuige || peetoom, peter, doopvader III-2-2 |
20415 | peettante | peettante: pèètta.nte (Milsbeek) | peettante, meter, doopmoeder III-2-2 |
32456 | peg | klompenpin: klōmpǝpen (Milsbeek) | Houten pennetje waarmee het zoolbeslag onder het loopvlak van de klomp wordt vastgezet. In Weert (L 289) en omgeving werd voor het maken van de peggen hout gebruikt dat hondshout (hoŋshǫwt) of hondkersenhout (hoŋkø̜rsǝhǫwt) werd genoemd. In Gennep (L 164) en omgeving was het onder de benaming klompenpinnenhout (klōmpǝpenǝhōlt) bekend. [N 24, 71, add.; monogr.] II-12 |
30887 | pek | pek: pɛk (Milsbeek) | De kleverige, zwarte massa die de schoenmaker gebruikt om een draad mee in te smeren. [N 60, 197b; N 36, 44; L 40, 38] II-10 |