e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
reepje overschietend gras te wijd gezwaaid: tǝ wīt˲ gǝzwāi̯t (Milsbeek) Soms blijft er bij het maaien een reepje gras staan omdat men de slag met de zeis iets te ver neemt. De zegslieden hebben dit verschijnsel zowel door een zelfstandig naamwoord (zoals zwaaibalk of baard) benoemd, als ook door een werkwoordelijke uitdrukking, waarin een dergelijk zelfstandig naamwoord voorkomt (zoals een baard maaien of een baard laten staan), en tenslotte ook door een op zichzelf staand werkwoord of werkwoordelijke uitdrukking (zoals te breed pakken of te wijd grijpen). Al deze opgaven zijn in dit lemma ondergebracht. [N 14, 96] I-3
regel regel: rēgǝl (Milsbeek) Lat met een formaat van 3,5 bij 6 cm -1,5 bij 2,5 duim-. [N 50, 73d; monogr.] II-12
regen (alg.) regen: réégen (Milsbeek) regen in het algemeen [rengel, majem] [N 22 (1963)] III-4-4
regenboog regenboog: réégenbaog (Milsbeek) regenboog [weerteken] [N 22 (1963)] III-4-4
regenbuitje bijs: ⁄n bīēs (Milsbeek) licht regenbuitje [smeer, bui, stoes, getsbui, bies, zauwke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenen (alg.) regenen: réégenen (Milsbeek), zouwen: saawe (Milsbeek) regenen [sausen, majemen] [N 22 (1963)] III-4-4
regenwolkje veesje: ⁄n veeske (Milsbeek) regen-voorspellend wolkje bij ondergaande zon [watermenneke] [N 22 (1963)] III-4-4
regenworm dauwpier: dowpie.r (Milsbeek), pier: pie.r (Milsbeek), WLD  pier (Milsbeek), worm: wörm (Milsbeek), WLD  wörm (Milsbeek) pier || regenworm || regenworm, aardwom, bekende paarskleurige worm die bij spitten en ploeten of bij regen voor de dag komt [pier, pieroas, piering, pierewörm, dauwworm] [N 26 (1964)] || worm in het algemeen [pier, piering, pierik] [N 26 (1964)] III-4-2
rek rek: ręk (Milsbeek) De mate waarin het leer meegeeft bij het rekken. [N 60, 96c] II-10
rekken rekken: rękǝ (Milsbeek) De steenplanken in de droogrekken schuiven. [monogr.] II-8