e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Milsbeek

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rekkers rekkers: rę ̞kǝrs (Milsbeek) Arbeiders die de steenplankjes in de rekken schuiven. [monogr.] II-8
rektang plooientang: plǫjǝtaŋ (Milsbeek), rektang: ręktaŋ (Milsbeek) De tang waarmee men overhaalt. Ook gebruikte men deze tang om het leer, meteen na het weken, flink uit te rekken om er de meeste rek uit te halen. Zie afb. 38. [N 60, 83b; N 60, 96a] II-10
rente interest: ientrèst (Milsbeek) Rente [intrest?] [N 21 (1963)] III-3-1
repareren maken: mākǝ (Milsbeek), schoenmaken: sxūnmākǝ (Milsbeek) Herstellen of repareren van schoenen. [N 60, 231b; N 60, 231c] II-10
restant vissen angelt: angelt (Milsbeek), fuik: fuuk (Milsbeek), reep: reep (Milsbeek), schinkel: schi(.)nkel (Milsbeek), snoek: snoe.k (Milsbeek), vissnoer: vissnaor (Milsbeek) fuik || hengelsnoereinde || snoek || vishaakje || vislijn III-4-2
restant vogels duiker: duuker (Milsbeek), poepeendje: poepé.ndje (Milsbeek) duikeend III-4-1
restant zoogdieren das: das (Milsbeek), rits: rits (Milsbeek), schaarmuis: schiermuus (Milsbeek) bronstig || das || piepmuis III-4-2
richten richten: rextǝ (Milsbeek) Het hoogste punt bereiken bij een in aanbouw zijnde woning. Er wordt dan een versierde tak, kleine boom of vlag op de nok van het bouwwerk geplaatst. De eigenaar tracteert de arbeiders op drank of, volgens de invullers uit L 216, L 386 en Q 95, op geld. Zie ook het lemma 'pannenbier'. [monogr.; N 88, 184 add.; div.] II-9
richttouw lint: lī̄nt (Milsbeek) Het richttouw werd gebruikt om te bereiken dat de vormelingen in rechte rijen geplaatst werden. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛhaagɛ.' [monogr.] II-8
riek of schop om mestplakken en molshopen te verspreiden slichtriek: slextrīk (Milsbeek) Termen die niet op een speciaal bij de verspreiding van mestplakken of molshopen gebruikte riek of schop wijzen, zijn aan het eind van het lemma slechts in de woordtypevorm vermeld. Voor de dialectvarianten daarvan zie men de lemmata ''mestriek'' en ''spade, spitschop'', alsmede de schopbenamingen in I.4 onder "gereedschap en gerei in het algemeen". [N 14, 81; N 18, 29; div.] I-2