24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (Q199p Moelingen)
|
angel [Willems (1885)]
III-4-2
|
33621 |
anjelier |
groffiaat:
ook ZND 1 (a-m) en ZND 1u, 007
groffijaot (Q199p Moelingen)
|
Anjelier, Fr. oeillet, Lat. Dianthus [ZND 15 (1930)]
I-7
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
groffiaat:
-
gro:ffəjo:tə (Q199p Moelingen),
groffiaat (Q199p Moelingen),
oeillet:
-
oeuillet (Q199p Moelingen)
|
tuinanjer
III-2-1
|
33100 |
aren lezen |
zomeren:
zø̄mǝrǝ (Q199p Moelingen)
|
Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2]
I-4
|
25055 |
armvol |
armvol:
ennen ervel höj (Q199p Moelingen),
ɛrvǝl (Q199p Moelingen)
|
armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.]
I-4, III-4-4
|
21570 |
arresteren |
pakken:
de polis heit hĕm gepakt (Q199p Moelingen)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21137 |
auto |
auto:
p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.
otto (Q199p Moelingen)
|
auto
III-3-1
|
22370 |
autoped |
trottinette (fr.):
p. 6: Een tegenstelling tussen Nederlands-Limburg en Belgisch-Limburg.
trottinette (Q199p Moelingen)
|
Autoped.
III-3-2
|
20582 |
avondmaal |
avondeten:
aoventjeten (Q199p Moelingen),
avondmaal:
aoventmaol (Q199p Moelingen)
|
de laatste maaltijd van de dag (verschil tussen zomer en winter [N 06 (1960)]
III-2-3
|
22321 |
baantje glijden op het ijs |
slawrikken:
(op het ijs).
slowrikken (Q199p Moelingen)
|
Baantje glijden [siddere, slibbere, sleure, kejje]. [N 07 (1961)]
III-3-2
|