19664 |
kelder |
kelder:
kalder (Q199p Moelingen),
kaldər (Q199p Moelingen)
|
kelder [RND], [ZND 36 (1941)]
III-2-1
|
21283 |
kerel |
kerel:
kjɛl (Q199p Moelingen)
|
kerel [RND]
III-3-1
|
20256 |
kerkhof |
kerkhof:
kerkuf (Q199p Moelingen)
|
Kerkhof [kirkuf, doeje kirkuf]. [N 06 (1960)]
III-3-3
|
22803 |
kermis |
kermis:
ke:rməs (Q199p Moelingen),
kermis (Q199p Moelingen),
mōrgən əes ət kəerməs (Q199p Moelingen)
|
kermis [RND] || Kermis. [Willems (1885)] || Morgen is het kermis. [ZND 39 (1942)]
III-3-2
|
33537 |
kers, zoete soorten |
kers:
ki̯e͂ͅ.s (Q199p Moelingen)
|
I-7
|
21461 |
kibbelen |
taggen:
wer als Fr. quai
ze zien zich wer aan ⁄t taggen (Q199p Moelingen)
|
Ze zijn weer aan het kibbelen, twisten. [ZND 36 (1941)]
III-3-1
|
22399 |
kien! |
kien:
kin (Q199p Moelingen)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Wat roept de speler die een rijtje cijfers bezet heeft? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
22398 |
kienen |
kienen:
kinne (Q199p Moelingen)
|
Er bestaat een gezelschapsspel, waarbij iedere speler kaarten krijgt met rijen nummers op; ronde blokjes met cijfers op worden uit een zak gehaald, afgeroepen en dan op de kaarten geplaatst. Hoe heet dit spel? [ZND 37 (1941)]
III-3-2
|
24337 |
kikker |
kwakvros:
kwakfrøš (Q199p Moelingen),
ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004
kwákfrøͅš (Q199p Moelingen)
|
kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND]
III-4-2
|
24336 |
kikkerdril |
slijk:
slīk (Q199p Moelingen)
|
kikkerrit [RND]
III-4-2
|