e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Molenbeersel

Overzicht

Gevonden: 2015

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
benauwd en vochtig weer benauwd (weer): ps. de a staat wat hoger geschreven.  bənautj (Molenbeersel) zwoel [ZND 08 (1925)] III-4-4
bergmolen bergmolen: bęrǝx[molen] (Molenbeersel) Een bovenkruier die op en voor een gedeelte in een kunstmatige heuvel is gebouwd. Zie ook afb. 8. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel -ømolenŋ het lemma ɛmolenɛ.' [N O, 32d; Sche 5; monogr.] II-3
bergx bergen (mv.): mv.!  bèrrəch (Molenbeersel) berg (bergen) [RND] III-4-4
bericht tijding: WNT: ting (IV), In het Vroeg-nieuwndl. verkort uit tîding. Tijding, bericht.  ech öp tīəŋ gəkrēgə (Molenbeersel) Ik heb tijding (ting, teng, enz.) gekregen. [ZND 08 (1925)] III-3-1
berrie ber(ri)g: bø̜rǝx (Molenbeersel) Elk van de twee bomen van de hoog- en stortkar waartussen het paard gespannen werd. De berries van de hoogkar verschillen essentieel van die van de stortkar: bij de eerste lopen de berries onder de hele bak door en maken ze er deel van uit (de zijwanden worden erop vastgezet), terwijl bij de tweede de berries tot halverwege de bak lopen en een aparte constructie vormen waarop de bak rust. Hierdoor kan de bak van de stortkar kippen, terwijl de berries op hun plaats blijven. Wanneer de bak van de hoogkar echter gekipt moet worden, gaat het hele voorstel van de kar omhoog. [N 17, 16 + 50b; N G, 54b + 64b; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2c; L 32, 63; L 34, 10; A 27, 20; Lu 5, 20] I-13
beschimmeld beschimmeld: bəsø͂ͅməlt (Molenbeersel) beschimmeld/beschimmelen [ZND 06 (1924)] III-2-3
beschuit beschuit: 1a-m  bəsxy(3)̄t (Molenbeersel) beschuit [ZND 21 (1936)] III-2-3
betalen betalen: o = oo korter uitgesproken  doe most geljd hubbe veur konne te betale (Molenbeersel) Hoe zegt ge in uw dialect: "ge moet geld hebben om kunnen te betalen"of "ge moet geld hebben om te kunnen betalen"? De gehele uitdrukking weergeven. [ZND 36 (1941)] III-3-1
beuk beuk: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  bø̄k (Molenbeersel) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beukennootje beukennootje: bøkənø^t⁄ə (Molenbeersel) beukenootje [ZND 01u (1924)] III-4-3