17769 |
vingerlid |
lid:
leed van de vinger (L319p Molenbeersel)
|
lid van de vinger [ZND 37 (1941)]
III-1-1
|
24265 |
vink |
boekweitvink:
bokesvink (L319p Molenbeersel),
botvink:
bootvink (L319p Molenbeersel, ...
L319p Molenbeersel,
L319p Molenbeersel),
botvinkje:
bo:tvinkskə (L319p Molenbeersel)
|
botvink || vink [ZND 43 (1943)]
III-4-1
|
19746 |
violier |
flier:
fleere (L319p Molenbeersel),
muurbloem:
moorbloem (L319p Molenbeersel),
moorbloeme (L319p Molenbeersel),
violier:
flērə (L319p Molenbeersel)
|
Cheiranthus cheiri, Fr. Giroflée des murailles [ZND 15 (1930)] || Violier (Matthiola incana (L.) R.Br.). Sierplanten, meestal met langwerpige, gaafrandige bladeren; grijsachtig door de dichte beharing. De bloemen zijn verschillend gekleurd, maar niet geel, meestal paarsrood. Dik van blad en vaak met dubbele bloemen. Hau [ZND 15 (1930)]
I-7, III-2-1
|
22413 |
vishengel |
vissengarde:
vɛsəgɛ.rt (L319p Molenbeersel)
|
Een lange stok om mee te vissen. [ZND 23 (1937)]
III-3-2
|
21424 |
vlaams |
vlaams:
Floͅms (L319p Molenbeersel),
hĕ kan vlaoms kalə (L319p Molenbeersel),
vlōͅms (L319p Molenbeersel)
|
Hij kan Vlaams (Diets, Duuts) praten. [ZND 08 (1925)] || vlaams [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
24266 |
vlaamse gaai |
markolf:
merkeuf (L319p Molenbeersel),
merkof (L319p Molenbeersel),
Lat: Garrulus glandarius rufitergum Hartert
merkkof (L319p Molenbeersel)
|
eikelgaai || gaai || vlaamse gaai
III-4-1
|
24457 |
vleermuis |
vleermuis:
flērmūs (L319p Molenbeersel)
|
vleermuis [ZND 08 (1925)]
III-4-2
|
20944 |
vlees |
vlees:
vlêîijs (L319p Molenbeersel)
|
vleesch [ZND 07 (1924)]
III-2-3
|
25446 |
vlees conserveren |
zouten:
zǭtǝ (L319p Molenbeersel)
|
Meestal gebeurt dit conserveren door het vlees te zouten, te drogen of te roken, waardoor het vocht uit het vlees trekt. Moderner is de methode om het vlees in te vriezen. De respondent van L 413 vermeldt dat het vlees even wordt rondgedraaid in hete azijn. [N 28, 100; L 8, 128b; monogr.]
II-1
|
24348 |
vleesmade, larve van de bromvlieg |
made:
maai (L319p Molenbeersel)
|
made [ZND 38 (1942)]
III-4-2
|