e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Molenbeersel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vos, vospaard vos: vǫs (Molenbeersel) Licht- of rosbruin paard met witte manen, staart en poten. Onder de vossen zijn er diverse kleurnuanceringen: roodvossen (rode tot dieprode globe), goudvossen, zweetvossen (zwartachtig rood naar geel overhellend en glimmend), lichte vossen (geelbruin tot geelbruin), donkere vossen (van donkerbruin tot zeer donker roodbruin). [JG 1a, 1b; N 8, 63g, 63h en 63j] I-9
vouw vouw: ən vōj (twīə vōjə) (Molenbeersel) vouw (twee vouwen) [ZND 08 (1925)] III-1-3
vouwen vouwen: vōjə (Molenbeersel) ik zal het in vieren vouwen [ZND 08 (1925)] III-1-2
vreemde (man) vreemde mens: ənə vrēmdjə mĭns (Molenbeersel), vreemde, een ~: ənə vrēmdjə (Molenbeersel) Een vreemde man. [ZND 08 (1925)] III-3-1
vregelstok wringel: vriŋǝl (Molenbeersel) De stok waarmee de vregelpaal wordt aangedraaid of waarmee het bindtouw als een knevel kan worden aangespannen; zie de toelichting en de afbeelding bij het lemma ''vregelpaal''. Voor enkele opgaven is niet vast te stellen of de lange vregelpaal of de korte vregelstok is bedoeld; ze staan achterin het lemma bijeen. [N 17, 14c; JG 1d, 2c; add. uit N 17, 140; monogr.] I-3
vriend vriend: vrîntš (Molenbeersel) vriend [RND] III-3-1
vriesweer gevroor: xəvrø̄.r (Molenbeersel) vorst (vriesweer) [ZND 08 (1925)] III-4-4
vroedvrouw wijsvrouw: wīēsvrou (Molenbeersel) vroedvrouw [ZND 08 (1925)] III-2-2
vroegmis eerste mis: d`ierste mes (Molenbeersel), vroegmis: də vrø.mɛs (Molenbeersel), vreugmes (Molenbeersel) Hoe heet de vroegste mis op zondag? [ZND 38 (1942)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrouw vrouw: vro.uw (Molenbeersel, ... ), vrouw (Molenbeersel), vroͅuw (Molenbeersel) vrouw [RND], [RND], [ZND 04 (1924)] III-3-1