| 25110 |
weerlichtx |
weerlicht:
ps. omgespeld volgens Frings.
wēͅrlēxt (L319p Molenbeersel)
|
weerlichten [ZND 21 (1936)]
III-4-4
|
| 25206 |
weersgesteldheid |
weer:
wēͅr (L319p Molenbeersel)
|
(vuil, slecht) weer [ZND 08 (1925)]
III-4-4
|
| 21247 |
weg |
weg:
wê.x (L319p Molenbeersel)
|
weg [RND]
III-3-1
|
| 33663 |
wei |
wei:
wē̜i̯ (L319p Molenbeersel),
węi̯ (L319p Molenbeersel, ...
L319p Molenbeersel)
|
Dunne, zoete vloeistof die, na de afscheiding van de kaasstof, van de melk overblijft. [L 27, 30 en 31; JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 7, 15, 27 en 28; L 2, 7; A 9, 15a en 15b; S 15; Ge 22, 65 en 128; monogr.] || In het algemeen een stuk weiland of grasweide waar het vee graast. Bedoeld is een niet-omheinde weide. [N 14, 50a; N 14, 50b; N 5AøIIŋ, 76d; N 5AøIIŋ, 76e; N M 4a; L 19B, 2a!; L A2, 430; L 4, 40; L 32, 45; JG 1b, 1d, 2c; A 10, 3; A 3, 40; RND 20; Wi 4; R; S 43; Vld.; N 14, 129 add.; monogr.]
I-11, I-8
|
| 21528 |
welkom |
welkom:
hē es tər altīt wĭləkum (L319p Molenbeersel)
|
Hier is hij altijd welkom. [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
| 32633 |
wentelploeg |
dobbele ploeg:
dǫbǝl [ploeg] (L319p Molenbeersel),
melotte:
mǝlǫt (L319p Molenbeersel)
|
Een wentelploeg is een karploeg met tenminste twee ploeglichamen, die - boven elkaar aan de ploegboom bevestigd - elkaars spiegelbeeld vormen en bij het keren samen met de ploegboom 180° worden gedraaid. Aan de boom van zulk een ploeg zitten gewoonlijk ook twee kouters en twee voorscharen. Vroeger kon de wentelploeg ook een voet- of radploeg zijn. Omdat de ploegboom van een dergelijke ploeg niet in zijn geheel gedraaid kon worden, was het dubbele ploeglichaam draaibaar bevestigd aan het achterstuk van de ploegboom. Dit type wentelploeg heet achterwentelaar of staartwentelaar. Een voet- of radploeg met een ploeglichaam dat onder de ploegboom door gewenteld kan worden, wordt wel onderwentelaar genoemd. [JG 1b + 1b; JG 2a-1, 6 ; JG 2b-4, 1; N 11, 30; N 11A, 71 + 72 + 73; N J, 10 add.; N 27, 14 + 15 add.; A 27, 24 add.; monogr.]
I-1
|
| 21484 |
werk (zn.) |
werk:
wɛrk (L319p Molenbeersel)
|
Eerst uw werk afmaken! [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
| 18280 |
werkdaagse hoed |
`s werkeldaagse hoed:
mĭnə wĭrkəldāxsən hōt (L319p Molenbeersel)
|
mijn werkdaagse hoed [ZND 08 (1925)]
III-1-3
|
| 21486 |
werkdag |
werkeldag:
mĭnə wĭrkəldāxsən hōt (L319p Molenbeersel)
|
mijn werkdaagse hoed [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|
| 21604 |
werkdag, weekdag |
werkeldag:
wĭrkəldāx (L319p Molenbeersel)
|
werkdag [ZND 08 (1925)]
III-3-1
|