18197 |
broek: algemeen |
boks:
būks (L319p Molenbeersel),
bŭks (L319p Molenbeersel)
|
broek [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)]
III-1-3
|
20335 |
broer |
broer:
bróór (L319p Molenbeersel),
1a-m; 4, 33; 5, 70a; 11, a1
braor (L319p Molenbeersel),
broor (L319p Molenbeersel),
brōēr (L319p Molenbeersel)
|
broeder (familielid) [ZND 01 (1922)] || broeder; dat is zijn broeder [ZND 08 (1925)]
III-2-2
|
21603 |
brompot |
grommelaar:
ənə groūməlēͅr (L319p Molenbeersel)
|
Hoe heet iemand die zijn kwade luim toont met binnensmonds mompelen? [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|
24948 |
bron |
bron:
brǫu̯n (L319p Molenbeersel),
wel:
wɛl (L319p Molenbeersel)
|
Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I]
I-8
|
34342 |
bronstig |
breustig:
brø̄.stex (L319p Molenbeersel)
|
Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
20769 |
brood |
brood:
brūət (L319p Molenbeersel),
brôêt (L319p Molenbeersel)
|
(brood) hij doopt zijn brood in zijn koffie [ZND 23 (1937)] || brood [RND]
III-2-3
|
25657 |
brouwen |
brouwen:
brǫwǝ (L319p Molenbeersel)
|
Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.]
II-2
|
25658 |
brouwer |
brouwer:
brøjǝr (L319p Molenbeersel)
|
De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.]
II-2
|
25659 |
brouwerij |
brouwerij:
brǫwǝrī (L319p Molenbeersel)
|
De plaats of het bedrijf waar men bier brouwt. In dit lemma zijn niet opgenomen de woorden die verwijzen naar een specifiek bedrijfsgebouw binnen de brouwerij. Zie daarvoor de lemmata ''mouterij, brouwhuis'', etc. Volgens de zegslieden uit Q 78 en Q 196 werd de term "panhuis" vroeger gebruikt, maar werd hij inmiddels vervangen door "brouwerij". Ook de invuller uit Q 188 vermeldt dat hij de term "panhuis" slechts uit oude archieven kent. [L 22, 27b; L 1u, 26;monogr.]
II-2
|
21169 |
brug |
brug:
brög (L319p Molenbeersel),
brøg (L319p Molenbeersel)
|
brug [RND] || een houten brug [ZND 22 (1936)]
III-3-1
|