e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Molenbeersel

Overzicht

Gevonden: 2015

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
arm arm: ɛrǝm (Molenbeersel) Zie de toelichting bij het lemma ɛarm liggenɛ.' [N O, 34j; Vds 193; Jan 198; Coe 169] II-3
arm liggen (de steen) is arm: es˱ ɛrǝm (Molenbeersel) Gezegd van een molensteen wanneer bij controle de rij alleen op de buitenbaan, de zgn. maalbaan, draagt. [N O, 34j] II-3
as as: as (Molenbeersel), molenas: [molen]as (Molenbeersel), molenas (Molenbeersel) In l 432 werden de zeilen en windborden slechts verwijderd bij bijzonder zware storm. Een aantal woordtypen komt ook voor in het lemma ɛzonder zeilenɛ.' [N O, 10a; A 42A, 3; Sche 37; monogr.] II-3
asblok aslade: aslāi̯ (Molenbeersel), lade: lāi̯ (Molenbeersel) Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.] I-13
askop askop: askǫp (Molenbeersel) De kop van de as waaraan de roeden bevestigd zijn. Zie ook afb. 45 en 28. In l 265 werd, wanneer de molenas van hout was vervaardigd, de kop in de as ingelaten. De askop was met ijzeren banden verstevigd. In l 265c was de as niet van hout, maar van ijzer. De roeden zaten met houten spieën in de assekop geklemd. [N O, 10b; N O, 10a; A 42A, 7; A 42A, 6] II-3
aswiel aswiel: aswi ̞l (Molenbeersel), kamrad: kamprāt (Molenbeersel), kamwiel: kamwiel (Molenbeersel) Het grote kamwiel aan de molenas van de windmolen dat tot taak heeft de draaiende beweging van de as over te brengen op het spijlenrad. Zie ook afb. 49 en 64.2. Het is een wiel waarvan de tanden haaks of met een hoek van 45o op het vlak van het rad staan. Wanneer de molen niet voorzien is van een apart aswiel voor de reminrichting is rond het aswiel de zgn. vang bevestigd. Zie ook het lemma ɛgroot kamradɛ. Het betreft daar materiaal met betrekking tot het vergelijkbare kamwiel in watermolens.' [N O, 11a; A 42A, 8; Sche 38; monogr.] II-3
aswoensdag asgoensdag: aschgoonsdig (Molenbeersel), asxōnsdech (Molenbeersel) Aswoensdag. [ZND 19A (1936)] III-3-3
autoped ped: /  pet (Molenbeersel) step [SND (2006)] III-3-2
averechts, achterstevoren juist andersom: . onder o  žø.st aŋəsoum (Molenbeersel) averechts [ZND 05 (1924)] III-4-4
avondmaal avondbrood: aovendj broid (Molenbeersel), avondsbrood: in de zomer 20 uur 30  ōͅvəsbrūət (Molenbeersel) de laatste maaltijd van de dag, avondeten [ZND 02 (1923)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 18 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3