| 18962 |
huichelaar |
schijnheilige:
däs ənə šinhäiləgə (L319p Molenbeersel)
|
huichelaar (schijnheilige, enz.) [ZND 24 (1937)]
III-1-4
|
| 34618 |
huif van de huifkar |
huif:
hūf (L319p Molenbeersel)
|
Kap van de huifkar. Deze kap wordt over hoepels getrokken, die vooraf op een hooikar gezet worden. [N 17, 10b; S 15; Wi 17; L 27, 32; L 1a-m; monogr]
I-13
|
| 18647 |
huifkar |
huifkar:
hufkɛr (L319p Molenbeersel)
|
Benaming voor een hoogkar waarop men een huif gezet heeft, zodat de kar voor personenvervoer gebruikt kon worden (bijv. bij kerk- en marktbezoek). Soms werd de huifkar ook voor vrachtvervoer, bijv. van meel, gebruikt. Zie ook het lemma molenkar in wld II.3. De huif was een linnen doek die over houten hoepels gespannen werd. Deze hoepels werden op hun beurt tegen de zijkanten van de kar bevestigd. Bovendien hing men aan de kar een trede, die het instappen vergemakkelijkte. [N 17, 10a + 15; N G, 51; JG 1a; S 15; L 27, 33; L 1a-m; R 3, 61; monogr.]
I-13
|
| 24376 |
huisjesslak |
huisjesslak:
hy(3)̄skəsleͅk (L319p Molenbeersel)
|
slak, huisjesslak [ZND 06 (1924)]
III-4-2
|
| 24172 |
huismus, mus |
dakmus:
daakmeus (L319p Molenbeersel),
daakmusch (L319p Molenbeersel),
dakmus (L319p Molenbeersel),
dākmös (L319p Molenbeersel),
mös voor alle klein gevolgelte
dākmös (L319p Molenbeersel),
huiskets:
huiskets (L319p Molenbeersel),
mus:
møssən (L319p Molenbeersel)
|
huismus || mus [ZND 01 (1922)], [ZND 14 (1930)], [ZND 43 (1943)]
III-4-1
|
| 24173 |
huiszwaluw |
steenzwaluw:
steenzwaaluw (L319p Molenbeersel)
|
huiszwaluw
III-4-1
|
| 17997 |
huiveren |
bibberen:
bebərə (L319p Molenbeersel, ...
L319p Molenbeersel)
|
Huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 21 (1936)] || huiveren (beven, rillen van de kou of van schrik) [ZND 27 (1938)]
III-1-2
|
| 19932 |
huur |
huur:
hø̄r (L319p Molenbeersel)
|
huur [ZND m]
III-2-1
|
| 19887 |
huurcontract |
huurcontract:
ik heb een huis van drie jaar
heurkontrakt (L319p Molenbeersel)
|
het contract dat gesloten wordt wanneer een huis wordt verhuurd; hoe zegt men b.v. "ik heb een ...... van drie jaar"? [ZND 43 (1943)]
III-3-1
|
| 19886 |
huurhuis |
gehuurd huis:
gəhø̄rt hūs (L319p Molenbeersel)
|
huurhuis [ZND 27 (1938)]
III-2-1
|