20646 |
varkensvet |
gesmolterd vet:
gəsmøͅltərt veͅt (P214p Montenaken),
zoetvet:
zyitfeͅt (P214p Montenaken)
|
gesmolten vet [Goossens 1b (1960)]
III-2-3
|
34272 |
vaste uitwerpselen |
krenten:
kręntǝ (P214p Montenaken),
stront:
stront (P214p Montenaken)
|
Vaste uitwerpselen van vee. [JG 1a, 1b; A 9, 24e; A 9, 28c; monogr.]
I-11
|
22648 |
vastenavond |
vastelavond:
vɛstəloͅ.vət (P214p Montenaken)
|
vastenavond [RND]
III-3-2
|
26650 |
vat |
vat:
vǫǝt (P214p Montenaken)
|
Graanmaat. Naar gelang de streek kan de inhoud van een vat verschillen. Voor zover door de invullers opgegeven, is achter het plaatscodenummer tussen ronde haken het aantal kiloɛs vermeld.' [JG 1b; JG 1c; JG 2c; Jan 141; Coe 263; Grof 288; monogr.]
II-3
|
21284 |
vechten |
vechten:
fɛxtə (P214p Montenaken)
|
Hij deed geheel de wereld vechten. [RND]
III-3-1
|
34466 |
vechthaan |
soorthaan:
sǫrthǫǝn (P214p Montenaken)
|
Haan in de regel van een bijzonder ras, die afgericht wordt voor hanengevechten. Hanengevechten zijn een Haspengouwse specialiteit. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-12
|
34266 |
vee |
beesten:
bīstǝ (P214p Montenaken)
|
Alle huisdieren samen: paarden, runderen en kleinvee. Vergelijk het lemma ''veestapel'' (13.12) in deze aflevering. [A 11, 4; JG 1a; RND 4, 31; RND 7, 31; RND 8, 31; RND 10, 31; Wi 52; N C, add.; Vld.; monogr.]
I-11
|
34270 |
veearts |
paardsmeester:
pē̜ǝtsmīstǝr (P214p Montenaken)
|
[JG 1a, 1b; Vld.; monogr.]
I-11
|
34282 |
veevoer verzamelen |
kruiden:
krø̜̄ǝ (P214p Montenaken),
maaien:
mēi̯ǝ (P214p Montenaken),
sikkelen:
zikǝlǝ (P214p Montenaken)
|
Het plakken, trekken, steken of snijden van veevoer. Veevoer kan bestaan uit groenvoer, rapen, gras of gewassen als lupinen en serradella. Het verzamelen van veevoer kan dus bestaan uit verschillende handelingen. Object als "groenvoer", "konijnenvoer", "gras" e.a. zijn niet gedocumenteerd. Zie ook het lemma ''knollen uittrekken'' (2.2.6) in aflevering wld I.5. [N Q, 11c; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 36, 65; monogr.]
I-11
|
19431 |
vegen, keren |
keren:
kīrə (P214p Montenaken),
uitkeren:
ōͅtkīrə (P214p Montenaken)
|
de vloer vegen, keren (zonder water) [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|