26537 |
ezel |
klinkijzer:
kleŋk˱īzǝr (L382p Montfort),
pijpenklopijzer:
pīpǝklǫp˱īzǝr (L382p Montfort)
|
Aambeeldachtig, stalen hulpgereedschap dat door metaalbewerkers wordt gebruikt om metalen platen te bewerken, kachelpijpen hun vorm te geven en te klinken, etc. Het bestaat uit een soort stang die in een bankschoef kan worden geklemd, in het aambeeldgat van het aambeeld kan worden geplaatst of onder een kram op de werkbank of het werkblok kan worden vastgezet. Het werktuig kan verschillende vormen hebben. Zo bestaan er uitvoeringen met ronde of vierkante doorsnede; ook kan de bovenzijde van het werktuig plat of rond zijn. De ezel is aan één, vaak ook aan beide kanten te gebruiken. Soms is er een bolle, hoekige of platte verhoging op aangebracht. Zie ook afb. 164. De informant uit Q 121 kende twee soorten koperslagersezels. De ene was voorzien van twee rechte banen, de andere van één rechte baan en een ronde kop. Beide ezels werden gebruikt voor het bewerken van plaatmateriaal. In L 210 lag de ezel in een houten blok en had het werktuig verschillende vormen: groot, kort, dik en dun. Ook de informanten uit L 246, L 266 en L 329 kenden ezels met ronde en vierkante kop. [N 33, 211; N 33, 238a-c; N 33, 242a-b; N 64, 37a-b; N 66, 18a-b; monogr.]
II-11
|
30150 |
ezelsrug |
spitse rug:
spetsǝ rø̜k (L382p Montfort)
|
Een uit metselstenen vervaardigd en aan weerszijden enigszins overstekend, kapvormig bovendeel van een muur. Zie afb. 43. [N 31, 43a; monogr.]
II-9
|
19423 |
fakkel |
fakkel:
fakkel (L382p Montfort),
fakəl (L382p Montfort)
|
In een licht ontvlambare stof gedrenkt stuk hout als verlichtingsmiddel (fakkel, toorts, askel, lont) [N 79 (1979)]
III-2-1
|
20172 |
familie |
familie:
famielje (L382p Montfort),
cf. VD s.v. "familie"(veroud. en volkst. familje)
faamieljə (L382p Montfort)
|
het geheel van bloedverwanten van dezelfde naam [familie, volk, parentatie, vriend] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
22664 |
fanfare |
fanfare:
fanfaar (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
Een muziekkorps dat bestaat uit koperen blaasinstrumenten en slagwerk [fanfare, fanfaar, muziek]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22431 |
feest |
feest:
fees (L382p Montfort),
feest (L382p Montfort),
kermis?:
kermeͅs (L382p Montfort)
|
De bijeenkomst en samenzijn ter viering van een heuglijk feit of een gedenkdag [feest, kermis, begankenis]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22444 |
feest van sinter-greef |
halfvasten:
half vaste (L382p Montfort),
halfvaste (L382p Montfort)
|
Het feest van Sinter-Greef (half vasten) [grevin, greve, miknem]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
23760 |
feestdag van een heilige |
naamfeest:
naamfeest (L382p Montfort),
naamsdag:
naamsdaag (L382p Montfort)
|
De naamdag van een heilige. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23763 |
feestdag van maria |
lieve-vrouwedag:
leevevrouwedaag (L382p Montfort),
mariadag:
mariadaag (L382p Montfort)
|
Een feestdag van de H. Maagd Maria in het algemeen (Lievevrouwedag, Mariadag). [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23848 |
feestdag van sint-andreas |
sint-andries:
sint andrees (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
30 november, H. Andreas, Sint Andries, de dag waarop sommige pachten betaald moesten worden. [N 96C (1989)]
III-3-3
|