23320 |
gelooven |
geloven:
gluive (L382p Montfort)
|
gelooven [SGV (1914)]
III-3-3
|
23207 |
geloven |
geloven:
gluive (L382p Montfort)
|
Geloven [gleuve, geluuëve, gluive]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24153 |
geluid van de patrijs |
kieren:
kierə (L382p Montfort),
kierewieten:
kierəwiete (L382p Montfort)
|
het geluid van de patrijs (kierewieten) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
25188 |
geluid van naderend onweer |
donderen:
donderen (L382p Montfort),
hommelen:
hommele (L382p Montfort),
hò.mmele (L382p Montfort),
roebelen:
roebele (L382p Montfort)
|
een dof, rollend geluid maken, gezegd van bijv. de donder [rommelen, rederen, meutelen] [N 91 (1982)] || eerste rommelen dat in de verte te horen is wanneer er een onweer op komst is [meutelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19273 |
gelukken |
boteren:
botərə (L382p Montfort),
bóteren (L382p Montfort),
gelukken:
gəlukkə (L382p Montfort),
lukken:
lukkə (L382p Montfort)
|
een voorspoedige afloop hebben, kunnen slagen [lukken, vergaan, bedoen, boteren, gelukken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19220 |
geluksvogel; altijd geluk hebben |
boffer:
boffər (L382p Montfort),
zwijn:
zwijn (L382p Montfort),
zwijn hebben:
dae haetj zwijn (L382p Montfort)
|
iemand die altijd geluk heeft [zwijnjak, boffer, bidzalig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19227 |
gemakkelijk |
gemakkelijk:
gemekkelijk (L382p Montfort),
gemekkelik (L382p Montfort),
gəmekkəlik (L382p Montfort),
licht:
ligt (L382p Montfort),
niet lastig:
neet lästig (L382p Montfort)
|
geen moeite of inspanning vereisend, niet moeilijk [licht, handig, gemakkelijk, zacht, lichtelijk, goed, makkelijk, gemak, spelegaans] [N 85 (1981)] || gemakkelijk [SGV (1914)]
III-1-4
|
19226 |
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken |
passen:
passe (L382p Montfort),
past:
past (L382p Montfort)
|
de manier van handelen die het makkelijkst en aangenaamst is [pas] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24850 |
gemalen schors |
looi:
looij (L382p Montfort),
WLD
looi (L382p Montfort)
|
Gemalen schors (looi). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
22441 |
gemaskerd persoon |
vastelavondsgek:
vastelaovesgek (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
Een persoon met een masker voor [maskeraad, mom, vastenavondsgek]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|