22504 |
grote knikker |
marbel:
marbel (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
/
Marbele (L382p Montfort),
marbeltje:
merbelke (L382p Montfort),
marbol:
marbol (L382p Montfort)
|
Balletjes van gebakken aarde, steen, marmer of glas [bolbaai, kets, kaaischeut, jibber, klits, ket, til, knipper, knot, marbol, marbel, mölmer, kaster, kasser, huuf, köls, kölster, vrenkel]. [N 88 (1982)] || Een grote knikker. [N R (1968)] || Glazen knikkers [SND (2006)]
III-3-2
|
21803 |
grote ruzie? |
kabaal:
kaabaal (L382p Montfort),
ruzing:
ruzing (L382p Montfort)
|
een grote ruzie [hora, bal] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
19502 |
grote schoonmaak |
grote poets:
graote poets (L382p Montfort),
gr‧oeate poets (L382p Montfort),
mèt de graote poets bön ich klaor (L382p Montfort),
weer zeen aan de graote poets (L382p Montfort)
|
de schonmaak is achter de rug [DC 15 (1947)] || het schoonmaken van het gehele huis, dat in het voorjaar plaats heeft [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u de voorjaarsschoonmaak? [N105 (2000)] || wij zijn aan het schoonmaken [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
22675 |
grote trom |
dikke trom:
dieke trom (L382p Montfort),
dikə trom (L382p Montfort)
|
Een grote trom [trombol]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
22676 |
grote trom met bekkens |
bekkenstrom:
bekkenstrom (L382p Montfort)
|
Een grote trom met bekkens [djingel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24640 |
grote waterweegbree |
herdersfluit:
WLD
herders fluit (L382p Montfort)
|
Waterweegbree (grote) (alisma plantago-acquatica). De plant is 20 tot 150 cm groot en heeft grote, boven het water uitstekende bladeren; de bladeren zijn tevens lancetvormig, met een iets hartvormige voet; de bloemen groeien in een grote pluim en zijn wit [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24778 |
grote wederik |
wederik:
WLD
vederik (L382p Montfort)
|
Gele wederik (lysimachia vulgaris een 40 tot 150 cm hoge plant. De stengels staan rechtop en zijn onvertakt; de bladeren bevinden zich meestal in kransen of zijn tegenoverstaand, de vorm is langwerpig elliptisch, ze zijn kort gesteeld. De bloemen bevind [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24857 |
grote weegbree |
grote weegbree:
WLD
graote weegbree (L382p Montfort),
rib:
ook: weegbree
rup (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
weegbree:
ook: rup
weegbree (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
Grote weegbree (plantago major 10 tot 50 cm groot. Alle bladeren staan in een wortelrozet en zijn bijna eirond of eivormig, de bladeren parallelnervig en langgesteeld; de bloemen bevinden zich in lange cilindrische aren, de bloemkroon is vliezig, en bru [N 92 (1982)] || grote weegbree (Plantago major L.) [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
25234 |
grote wolk |
bonk:
bonk (L382p Montfort),
donderkop:
⁄nen dònderkop ? (L382p Montfort),
wolk:
wolk (L382p Montfort)
|
grote, op zichzelf staande wolk [bonk] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
31377 |
grove vijl |
grove vijl:
grǭf ˲vīl (L382p Montfort)
|
Vijl met een grof bekapt blad. Doorgaans heeft het blad van een deze vijl minder dan 26 tanden per inch (vgl. Handboek Gereedschap, pag. 238). De grove vijl wordt gebruikt bij het bewerken van zachte metalen waarvan men in korte tijd een grote hoeveelheid materiaal wil verwijderen (V.d. Kloes en Risch, pag. 251). Verschillende informanten gaven als antwoord op de vraag naar de ...grove vijl" een variant van het woordtype bastaardvijl. De fonetisch gedocumenteerde gegevens hiervan zijn opgenomen in het lemma "bastaardvijl". Volgens de invuller uit K 353 werd de grove vijl voor bruut werk (brøt wɛrǝk) gebruikt.' [N 33, 86; N 64, 53d]
II-11
|