18872 |
gruwelijk |
afschuwelijk:
afschuwəlik (L382p Montfort),
gruwelijk:
gruwelijk (L382p Montfort),
gruwelik (L382p Montfort)
|
grote schrik opwekkend, afschuwwekkend [erg, gruwelijk, ijselijk] [N 85 (1981)] || gruwelijk [SGV (1914)]
III-1-4
|
32626 |
guano |
guano:
gyu̯ān (L382p Montfort)
|
Guano is een poedervormige meststof, vervaardigd van uitwerpselen, veren en kadaverresten van zeevogels, waarvan zich in de loop van de tijd dikke lagen hebben gevormd op onbewoonde eilanden en klippen met name aan de westkust van Zuid-Amerika (Peru, Chili). Blijkens een aantal opgaven werd guano beschouwd als de oudste of eerst bekende kunstmest of was hij de voorloper daarvan, die vooral vóór de eerste W.O. gebruikt werd. Toen de echte kunstmest zijn intrede had gedaan, werd deze aanvankelijk nog vaak guano genoemd. Met guano, die voornamelijk werd aangewend om pootaardappelen te bemesten, ging men zuinig om: met een oude eetlepel of iets dergelijks werd in ieder pootgat een kleine hoeveelheid van deze meststof op of bij de aardappel gelegd. Volgens de meeste opgaven was guano een stikstofhoudende meststof, volgens enkele andere bevatte hij ook kali en fosforzuur, terwijl hij eenmaal met thomasslakken wordt vergeleken of als zwarte meststof wordt omschreven. Mogelijk werd deze originele vogelmest in het begin van de kunstmestperiode synthetisch nagemaakt en als guano of onder een daarop gelijkende handelsnaam in de handel gebracht. [N P, 8; N 11A, 62a]
I-1
|
24780 |
guichelheil |
rode muur:
WLD
rode muur (L382p Montfort),
rooij muur (L382p Montfort)
|
Guigelheil (anagallis arvensis 5 tot 40 cm lage plant. De stengels zijn liggend; de bladeren zijn eivormig en ongesteeld, ze groeien tegenoverstaand; de bloemen groeien in de bladoksels, de bloemen zijn langesteeld met klierachtig behaarde kroonslippen, [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19082 |
guit |
guit:
guit (L382p Montfort)
|
guit [SGV (1914)]
III-1-4
|
18834 |
guitig |
de gek steken:
de gek steke (L382p Montfort),
gezapig:
gezaapig (L382p Montfort),
guitig:
guitig (L382p Montfort)
|
vrolijk plagend of op overmoedige wijze grappig [farsig, guitig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21331 |
gulden |
gulden:
gölje (L382p Montfort)
|
gulden [SGV (1914)]
III-3-1
|
23267 |
gulden mis |
gulden mis:
guldenmis (L382p Montfort)
|
De mis op quatertemperwoensdag van de Advent, guldenmis, noodmis [julde maes]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20495 |
gulzig |
gulzig:
gulzig (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
gö:lzich (L382p Montfort),
onbezonnen:
onbezonne (L382p Montfort)
|
gulzig; Hoe noemt U: Snel en onmatig in het verorberen van voedsel of drank; schrokachtig (gulzig, gruizig, vratig, slokachtig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
19075 |
gunnen |
gunnen:
gunnen (L382p Montfort)
|
gunnen [SGV (1914)]
III-1-4
|
18856 |
gunst |
gunst:
guns (L382p Montfort),
gunst (L382p Montfort)
|
de welwillende, gunstige gezindheid van de ene persoon tegenover de andere [gunst, jonst] [N 85 (1981)]
III-1-4
|