17659 |
hand |
hand:
handj (L382p Montfort),
hänj (L382p Montfort)
|
hand [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)]
III-1-1
|
29935 |
handbeschermer |
handleer:
hantjlēr (L382p Montfort)
|
Rubber of leren kapje dat men aan de handen schuift om vingers en handpalm te beschermen bij het dragen van stenen. De woordtypen 'handschoe' en 'want' duiden waarschijnlijk een handschoenachtige bescherming aan die de hele hand bedekt. Zie ook het lemma 'handbeschermers' in het Woordenboek van de Limburgse Dialecten II.8, pag. 59. Over de term handlap merkt Van Houcke (pag. 133) op: ...Is een klein stuk leder met eene of meer dubbele kerven. De kerven vormen als 't ware ringen, waarin de metselaar de vingeren steekt om de hand tegen het slijten door den steen, en voornamelijk door natgemaakten steen, veroorzaakt, te vrijwaren.ø̄ [N 30, 6a; N 30, 6b; monogr.]
II-9
|
32195 |
handbijl |
blokbijl:
blǫk˱bīl (L382p Montfort)
|
Een licht bijl met korte steel die wordt gebruikt om uit ruw hout naven, spaken en rongen te bekappen en hun eerste vorm te geven. Zie ook afb. 179. [N G, 41]
II-12
|
21731 |
handboei |
boei:
boejə (L382p Montfort),
handboei:
handj boeij (L382p Montfort)
|
de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33305 |
handcultivator |
trekcultivator:
trekkøltivātor (L382p Montfort)
|
Handgereedschap voor het losmaken van de grond. In aflevering I.2, p.161-2 is sprake van een zware cultivator die door (paarde)tractie wordt gewogen. Het werkingsprincipe van de twee gereedschappen is echter hetzelfde. [N 18, 52; monogr.]
I-5
|
21849 |
handel |
handel:
hanjel (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
hanjəl (L382p Montfort)
|
het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21449 |
handelaar |
handelaar:
hanjelaer (L382p Montfort),
hanjəleer (L382p Montfort),
koopman:
koopman (L382p Montfort)
|
iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21496 |
handelen |
commeren (<fr.):
komerge (L382p Montfort),
handelen:
hanjelen (L382p Montfort),
hanjelə (L382p Montfort),
hanjələ (L382p Montfort)
|
handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18903 |
handeling |
handeling:
ein hanjeling (L382p Montfort),
hanjəling (L382p Montfort)
|
een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17660 |
handen (spotnamen) |
fikken:
fikke (L382p Montfort),
klauwen:
klawwe (L382p Montfort),
knoesten:
knuu.s (L382p Montfort),
schoppen:
sjoeape (L382p Montfort),
sjöppe (L382p Montfort)
|
[N 10 (1961)]
III-1-1
|