e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hand hand: handj (Montfort), hänj (Montfort) hand [SGV (1914)] || handen [SGV (1914)] III-1-1
handbeschermer handleer: hantjlēr (Montfort) Rubber of leren kapje dat men aan de handen schuift om vingers en handpalm te beschermen bij het dragen van stenen. De woordtypen 'handschoe' en 'want' duiden waarschijnlijk een handschoenachtige bescherming aan die de hele hand bedekt. Zie ook het lemma 'handbeschermers' in het Woordenboek van de Limburgse Dialecten II.8, pag. 59. Over de term handlap merkt Van Houcke (pag. 133) op: ...Is een klein stuk leder met eene of meer dubbele kerven. De kerven vormen als 't ware ringen, waarin de metselaar de vingeren steekt om de hand tegen het slijten door den steen, en voornamelijk door natgemaakten steen, veroorzaakt, te vrijwaren.ø̄ [N 30, 6a; N 30, 6b; monogr.] II-9
handbijl blokbijl: blǫk˱bīl (Montfort) Een licht bijl met korte steel die wordt gebruikt om uit ruw hout naven, spaken en rongen te bekappen en hun eerste vorm te geven. Zie ook afb. 179. [N G, 41] II-12
handboei boei: boejə (Montfort), handboei: handj boeij (Montfort) de boei waarmee handen geboeid worden [paternoster, handboei] [N 90 (1982)] III-3-1
handcultivator trekcultivator: trekkøltivātor (Montfort) Handgereedschap voor het losmaken van de grond. In aflevering I.2, p.161-2 is sprake van een zware cultivator die door (paarde)tractie wordt gewogen. Het werkingsprincipe van de twee gereedschappen is echter hetzelfde. [N 18, 52; monogr.] I-5
handel handel: hanjel (Montfort, ... ), hanjəl (Montfort) het kopen en verkopen, het doen van koopmanszaken [agotie, negotie, commerce, handel] [N 89 (1982)] III-3-1
handelaar handelaar: hanjelaer (Montfort), hanjəleer (Montfort), koopman: koopman (Montfort) iemand die handel drijft [koopman, commercant, marchand, handelaar] [N 89 (1982)] III-3-1
handelen commeren (<fr.): komerge (Montfort), handelen: hanjelen (Montfort), hanjelə (Montfort), hanjələ (Montfort) handel drijven [komenschappen] [N 89 (1982)] || loven en bieden, de waren aanprijzen [koopman] en er een prijs voor bieden (koper) [handelen] [N 89 (1982)] III-3-1
handeling handeling: ein hanjeling (Montfort), hanjəling (Montfort) een op zichzelf staande, niet werktuigelijke verrichting, een handeling [gangen, gang, daad] [N 85 (1981)] III-1-4
handen (spotnamen) fikken: fikke (Montfort), klauwen: klawwe (Montfort), knoesten: knuu.s (Montfort), schoppen: sjoeape (Montfort), sjöppe (Montfort) [N 10 (1961)] III-1-1