e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
havermout havermout: havermout (Montfort) havermout [SGV (1914)] III-2-3
hazelaar hazenotenstruik: essenootestroek (Montfort), hazestruik: -  hazestroek (Montfort) hazelnoot - boom (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] || hazelstruik [SGV (1914)] III-4-3
hazelnoot hazenoot: essenoot (Montfort), -  hazenoot (Montfort) hazelnoot [SGV (1914)] || hazelnoot - vrucht (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] III-4-3
hazenleger kot: koet (Montfort), leger: laeger (Montfort), läger (Montfort), WLD  léger (Montfort), pot: pot (Montfort), WLD  pot (Montfort) Hoe noemt u de vaste ligplaats van een haas (leger, lechter, pot) [N 83 (1981)] || Leger, vaste ligplaats van een haas [N 94 (1983)] III-4-2
hebzuchtig hebberig: hebberig (Montfort), hebbig: hèbbig (Montfort) een sterke begeerte naar geld hebben [hebbig, gewarig, greeg (zijn)] [rijven] [N 89 (1982)] III-3-1
hecht van een mes heft: höft (Montfort) heft [SGV (1914)] III-2-1
heen en weer (bewegen) op en af: hae löp op en aa‧f (Montfort, ... ) heen en weer lopen [op en aaf lope] [N 07 (1961)] III-4-4
heen en weer draaien drammen: drammen (Montfort), dreumelen: drimmələ (Montfort) Heen en weer draaien (drispelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heen en weer schuiven wiebelen: wiebelen (Montfort), wiebələ (Montfort) Heen en weer schuiven (winaauwen, wiemelen). [N 84 (1981)] III-1-2
heer heer: hi.ər (Montfort) heer [RND] III-3-1