21807 |
hulp vragen |
genaden:
genoien (L382p Montfort),
hulp vragen:
hulp vraogə (L382p Montfort)
|
iemand vragen te helpen [genaden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
18936 |
hulp, bijstand |
hulp:
hulp (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
de ondersteuning die men iemand geeft om zijn werk af te maken [hulp, genade] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24572 |
hulst |
hulst:
hulst (L382p Montfort),
WLD
huls (L382p Montfort)
|
De altijdgroene heester met stijve, stekelpuntige, glimmende bladeren, witte bloemen en rode bessen; hulst (heukel, velst, ulster, prikblad). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
17956 |
huppelen |
huppelen:
huppələ (L382p Montfort),
huppen:
huppe (L382p Montfort)
|
Huppelen: met kleine sprongetjes zich voortbewegen (hippen, hoppen, huppen, huppelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
17959 |
hurken |
(zich) hukken:
zich hoe.ke (L382p Montfort, ...
L382p Montfort,
L382p Montfort),
zich op het hukje zetten:
zich op t huukske zitte (L382p Montfort)
|
hurken, op zijn ~ gaan zitten [N 10 (1961)]
III-1-2
|
22405 |
hutselen |
rongelen:
rongele (L382p Montfort),
schudden:
schuidde (L382p Montfort)
|
Schudden van het geld voordat men het opgooit [hutselen, uteren]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
19886 |
huurhuis |
huurhuis:
huurhoes (L382p Montfort)
|
huurhuis [SGV (1914)]
III-2-1
|
21333 |
huurpenning |
meepenning:
meejpenning (L382p Montfort),
(bij huren van personeel).
meepènning (L382p Montfort)
|
het geld dat de koper, of huurder contant ontvangt om de overeenkomst te bevestigen [huurpenning, godspenning, handpenning, worrel, weerder] [N 89 (1982)] || huurpenning [SGV (1914)]
III-3-1
|
20429 |
huwelijk |
huwelijk:
huwelijk (L382p Montfort),
trouwerij:
trouwerie (L382p Montfort),
trouwərie (L382p Montfort)
|
de plechtigheid waarbij het samenleven van een man en een vrouw wettelijk geregeld wordt [huwelijk, trouw, trouwerij] [N 87 (1981)] || huwelijk [SGV (1914)]
III-2-2
|
24049 |
huwelijksafkondigingen |
roepen:
de reup (L382p Montfort)
|
De huwelijksafkondigingen, huwelijksgeboden, de "roepen", de "geboden". [N 96D (1989)]
III-3-3
|