18227 |
in lompen gekleed |
schamel:
schamel gekleidj (L382p Montfort),
schjaməl (L382p Montfort)
|
in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
20383 |
in ondertrouw gaan |
aangeven:
aangèvə (L382p Montfort),
aantekenen:
aanteikənə (L382p Montfort),
ondertrouwen:
ongərtrouwə (L382p Montfort),
zich aangeven:
zich aangeve (L382p Montfort)
|
aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20252 |
in verwachting zijn |
groot gaan:
graot gaon (L382p Montfort),
groot gaon (L382p Montfort),
in positie zijn:
in pəsjietjə zeen (L382p Montfort)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
21856 |
in voorraad |
voorradig:
veerradig (L382p Montfort),
veurradig (L382p Montfort)
|
in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
18037 |
indigestie (hebben) |
krampen:
krampə (L382p Montfort),
maagpijn:
maagpien (L382p Montfort),
overeten:
euvergééte (L382p Montfort)
|
Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (muik, overetendheid). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18812 |
informeren (onoverg.) |
inlichtingen vragen:
inligtingə vroage (L382p Montfort),
zich erkundigen (< du.):
erkundigen (L382p Montfort)
|
inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17982 |
ingebeelde ziekte |
hypocriet:
iepəkriet (L382p Montfort),
inbeelding:
inbeelding (L382p Montfort),
ingebeelde krankte:
ingebeeldje krinkdje (L382p Montfort)
|
Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18849 |
ingetogen |
bedaard:
bedaardj (L382p Montfort),
bədaart (L382p Montfort),
bedeesd:
bedeest (L382p Montfort),
stemmig:
stummig (L382p Montfort),
stil:
stil (L382p Montfort)
|
zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17701 |
ingewanden |
ingewand:
ingewanjd (L382p Montfort),
ingewanden:
ingewandje (L382p Montfort)
|
ingewanden [N 10a (1961)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
17909 |
ingieten (met geluid) |
patsen:
patsə (L382p Montfort)
|
gieten: Met een zeker geluid water ergens in gieten (patten). [N 84 (1981)]
III-1-2
|