24689 |
kornoeljesoorten |
gele kornoelje:
Gele kornoelje
gele kor noelje (L382p Montfort),
rode kornoelje:
Rode Kornoelje
rode kornoelje (L382p Montfort),
witte kornoelje:
Witte kornoelje
witte kornoelje (L382p Montfort)
|
De kornoelje. De witte kornoelje; struik met witte bloemen en witte bessen, 2-3 m hoog; takken aan de zonzijde rood, in de schaduw geel. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Gele kornoelje me gele bloemen en karmijnrode vruchten, 3-7 m hoog; de geelbruine schors schilfert in kleine schubben af. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Rode kornoelje; struik met witte bloemen en blauwzwarte bessen; 2-5 m hoog; takken aan de zonzijde purperrood en aan de schaduwkant groen (kroelie, kornoelje). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
25286 |
korrel, maat van 0,1 gram |
milligram:
miligram (L382p Montfort)
|
de maat die een gewicht aangeeft van 0,1 gram [korrel] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
17797 |
kort geknipt haar |
kaal geschoren:
kaal gəschaorə (L382p Montfort),
kaalkop:
kaal kop (L382p Montfort)
|
overal kort geknipt hoofdhaar [tieters] [N 86 (1981)]
III-1-1
|
18013 |
kortademig |
dempig:
dempig (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
kort:
kort (L382p Montfort)
|
dempig [SGV (1914)] || kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)]
III-1-2
|
24737 |
korte dikke wortel |
dikke wortel:
dikke wortel (L382p Montfort),
wortel:
WLD
wòrtələ (L382p Montfort)
|
Korte, dikke wortels (mollestaarten). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
29971 |
korteling |
korteling:
kǫrtǝleŋ (L382p Montfort
[(id)]
)
|
Korte steigerpaal die aan één uiteinde draagt op de aanbinder en aan de andere kant in een in de muur uitgespaard steigergat. Over de kortelingen komen de steigerplanken te liggen die de steigervloer vormen. Zie ook afb. 18. [N 32, 3b; monogr.]
II-9
|
21132 |
korter maken |
afsnijden:
aafsniejə (L382p Montfort),
weeg aafsnieje (L382p Montfort)
|
een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34520 |
kortwieken |
kortvleugelen:
kortvlø̄gǝlǝ (L382p Montfort),
toppen:
tupǝ (L382p Montfort)
|
Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.]
I-12
|
21876 |
kostbaar |
kostbaar:
kostbaar (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
23274 |
koster |
koster:
koͅstər (L382p Montfort),
køͅstər (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
De koster [köster, kuster, keuster?]. [N 96B (1989)] || koster [RND]
III-3-3
|