e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kornoeljesoorten gele kornoelje: Gele kornoelje  gele kor noelje (Montfort), rode kornoelje: Rode Kornoelje  rode kornoelje (Montfort), witte kornoelje: Witte kornoelje  witte kornoelje (Montfort) De kornoelje. De witte kornoelje; struik met witte bloemen en witte bessen, 2-3 m hoog; takken aan de zonzijde rood, in de schaduw geel. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Gele kornoelje me gele bloemen en karmijnrode vruchten, 3-7 m hoog; de geelbruine schors schilfert in kleine schubben af. [N 82 (1981)] || De kornoelje. Rode kornoelje; struik met witte bloemen en blauwzwarte bessen; 2-5 m hoog; takken aan de zonzijde purperrood en aan de schaduwkant groen (kroelie, kornoelje). [N 82 (1981)] III-4-3
korrel, maat van 0,1 gram milligram: miligram (Montfort) de maat die een gewicht aangeeft van 0,1 gram [korrel] [N 91 (1982)] III-4-4
kort geknipt haar kaal geschoren: kaal gəschaorə (Montfort), kaalkop: kaal kop (Montfort) overal kort geknipt hoofdhaar [tieters] [N 86 (1981)] III-1-1
kortademig dempig: dempig (Montfort, ... ), kort: kort (Montfort) dempig [SGV (1914)] || kortademig [kort, kortborstig, dempig] [N 10a (1961)] III-1-2
korte dikke wortel dikke wortel: dikke wortel (Montfort), wortel: WLD  wòrtələ (Montfort) Korte, dikke wortels (mollestaarten). [N 82 (1981)] III-4-3
korteling korteling: kǫrtǝleŋ (Montfort  [(id)]  ) Korte steigerpaal die aan één uiteinde draagt op de aanbinder en aan de andere kant in een in de muur uitgespaard steigergat. Over de kortelingen komen de steigerplanken te liggen die de steigervloer vormen. Zie ook afb. 18. [N 32, 3b; monogr.] II-9
korter maken afsnijden: aafsniejə (Montfort), weeg aafsnieje (Montfort) een af te leggen afstand korter maken door een rechtere weg te nemen (richten) [N 90 (1982)] III-3-1
kortwieken kortvleugelen: kortvlø̄gǝlǝ (Montfort), toppen: tupǝ (Montfort) Men kort de vleugels van een kip, opdat ze niet kan wegvliegen. Een object ''kip'' of ''vleugels'' is niet gedocumenteerd. [N 19, 53; S 19; L 28, 35; L 1a-m; monogr.] I-12
kostbaar kostbaar: kostbaar (Montfort, ... ) veel geld waard (zijn) [durabel, kostelijk, kostbaar] [N 89 (1982)] III-3-1
koster koster: koͅstər (Montfort), køͅstər (Montfort, ... ) De koster [köster, kuster, keuster?]. [N 96B (1989)] || koster [RND] III-3-3