e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kruien schurgen: šø̜rǝgǝ (Montfort) Een last met de kruiwagen vervoeren. [N 18, 100 add; Wi 33; S 19; L 29, 4; L 1a-m; RND 97; A 42, 13 add + 16 add; monogr.] I-13
kruik kruik: kroek (Montfort) kruik [SGV (1914)] III-2-1
kruim kruim: kroem (Montfort) kruim [SGV (1914)] III-2-3
kruin kruin: kruun (Montfort, ... ) kruin [SGV (1914)] || kruin van het hoofd [N 10 (1961)] III-1-1
kruinschering: kruin scheren kruin scheren: kruunsjaere (Montfort) De kruinschering [kruungsjeëre]. [N 96D (1989)] III-3-3
kruipend ongedierte geworms: Veldeke  gewŭrms (Montfort) wormachtig en kruipend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
kruipende boterbloem boterbloem: eigen spelling  botterbloom (Montfort), WLD  boter bloom (Montfort), kraaienvoet: WLD  kraaie voot (Montfort) Kruipende boterbloem (ranunculus repens 15 tot 50 cm hoog plantje met wortelende uitlopers; de stengels zijn opstijgend behaard; de bladeren zijn 3-tallig met ingesneden blaadjes; de bloemen hebben gegroefde steeltjes en zijn goudgeel van kleur; de kelk [N 92 (1982)] III-4-3
kruis gemacht: t gemech (Montfort), kruis: kruuts (Montfort), kryts (Montfort) Beenderenstelsel aan het einde van de rug. [N 3A, 109] || deel van het lichaam waar de bovenbenen tezamen komen [mik, fliermik] [N 10 (1961)] || kruis [SGV (1914)] I-11, III-1-1, III-3-3
kruis of munt kruis of munt: kruuts of muntj (Montfort) De beeldzijde van een munt of geldstuk [kop, kruis, illevers, leeuw, wapentje]. [N 88 (1982)] III-3-2
kruisarmen van het spoorwiel kruisscheien: krȳtssxęjǝ (Montfort) De vier gekruiste balken midden in het spoorwiel van de rosmolen. [N D, 27] II-3