e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lenig gezwank: gezwank (Montfort) lenig [zwak, gezwak] [N 10 (1961)] III-1-1
lente, voorjaar voorjaar: veurjaor (Montfort) lente [SGV (1914)] III-4-4
lepbig flessenbag: flɛšǝbak (Montfort) Een big die met koemelk wordt grootgebracht. [N 19, 15; N 19, 16; monogr.] I-12
lepe, doortrapte kerel gladjanus: gladjaanəs (Montfort, ... ), gladjanus (Montfort) een doortrapte kerel [fijnaard, fijne, leperd] [N 85 (1981)] || zeer bedreven in het kwaad of in het kwaaddoen en daarbij zeer sluw [slim, glad, hel, leep, doortrapt] [N 85 (1981)] III-1-4
lepelboor lepelboor: lē̜pǝlbǭr (Montfort) Boorijzer voor hout met een lepelvormig uiteinde. Het snijvlak van de boor is half bolvormig. Zie ook afb. 74b. De lepelboor wordt door verschillende houtbewerkers gebruikt. De wagenmaker boort er onder meer de voorgeboorde naven van karwielen verder mee uit zodat daar vervolgens de naafbus in geplaatst kan worden. [N 33, 329; N 53, 162a; N G, 31c; monogr.] II-12
leraar leraar: leeraar (Montfort), meester: meister (Montfort) een leerkracht aan een instelling voor voortgezet onderwijs [magister, leraar, regent, leer] [N 90 (1982)] III-3-1
leren, studeren studeren: Opm. Duitse st.  studeere (Montfort) studeeren [SGV (1914)] III-3-1
leugen leugen: leugə (Montfort), ⁄n leuge (Montfort) een bewust uitgesproken onwaarheid [foet, lieg, leugen] [N 85 (1981)] III-3-1
leunstoel leuningstoel: lø&#x0304neŋstōl (Montfort), ligstoel: lekst‧ōl (Montfort), zorg: zorg (Montfort) Een leunstoel met een hoge brede rug, waaraan soms zijstukken zijn aangebracht (zorg, zorgstoel, zetel) [N 79 (1979)] || leuningstoel [SGV (1914)] III-2-1
levend vlees onder de huid leven, het -: t laeve (Montfort) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1