18974 |
bekennen |
bekennen:
bekinne (L382p Montfort),
bəkinnə (L382p Montfort)
|
uitkomen voor een schuld [kennen, bekennen] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21514 |
bekeuren |
beboeten:
beboete (L382p Montfort),
bəboote (L382p Montfort)
|
iemand een boete opleggen [kalangeren, kallizeren, noemren, opboeten, schutten, opkalken, beboeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
30041 |
bekisting |
bekisting:
bǝkesteŋ (L382p Montfort)
|
De van planken en platen vervaardigde houten mal waarin beton gestort wordt. Zie ook het lemma 'Bekister'. [N 30, 51a; monogr.]
II-9
|
22677 |
bekkens |
bekkens:
bekkens (L382p Montfort),
schellen:
sxeͅlə (L382p Montfort)
|
Het muziekinstrument dat bestaat uit twee koperen schijven met leren handvaten, die tegen elkaar geslagen worden [bekkens, schellen]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
31451 |
bektang, buigtang |
bektang:
bęktaŋ (L382p Montfort),
buigtang:
bø̜jxtaŋ (L382p Montfort)
|
In het algemeen een tang met platte, halfronde en/of spitse bekken waarmee men metaaldraad of -plaat kan vastklemmen en buigen. De benen van deze tang zijn doorgaans gebogen. Zie ook afb. 147. De zegsman uit Q 9 vermeldt dat de kraaienbek werd gebruikt om de ijzerdraadjes te buigen die werden gebruikt voor rozenkransen. Vergelijk de woordtypen rozenkranstang (Q 113, Q 121c) en nostertangetje (Q 99*). [N 33, 165; N 33, 171a-b; N 33, 181; N 64, 47c; L B2, 228; monogr.]
II-11
|
21357 |
bekvechten |
muilvechten:
moelvechten (L382p Montfort),
moelvègtə (L382p Montfort),
strevelen:
strèvele (L382p Montfort)
|
redetwisten [SGV (1914)] || ruzie maken door woorden [afstrijden, rikrooien, kerwee hebben, strijden, muilvech-ten, smoelvechten, opstrijden] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
25075 |
belangrijk, van belang |
belangrijk:
bəlangriek (L382p Montfort),
gewichtig:
gewichtig (L382p Montfort),
van belang:
van bəlang (L382p Montfort)
|
van grote betekenis [van belang, van pretansie] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
21715 |
belasting |
belasting:
belasting (L382p Montfort),
bəlasting (L382p Montfort),
taks (<fr.):
taks (L382p Montfort)
|
de verplichting tot het betalen van een geldelijke bijdrage in de lasten van de overheid [tijns, cijns, belasting, taks] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21716 |
belastingbiljet |
aanslag:
aanslaag (L382p Montfort),
aanslagbiljet:
aanslaagbiljet (L382p Montfort),
belastingbrief:
belastingbreef (L382p Montfort)
|
het biljet waarop vermeld staat hoeveel belasting iemand moet betalen [lastenbrief, brandbrief, binnenboek] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23951 |
belofte |
belofte:
belofte (L382p Montfort)
|
Een belofte. [N 96D (1989)]
III-3-3
|