e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omheining van ijzeren spijlen afrastering: āfrastǝreŋ (Montfort) Omheining van ijzeren spijlen of staven. [A 25, 4e] I-8
omhooggaan omhooggaan: omhooggaon (Montfort), stijgen: stijgen (Montfort) rijzen: Naar boven gaan, omhooggaan (rijzen, stijgen). [N 84 (1981)] III-1-2
omhulsel van het teellid hoes: hus (Montfort) Schede van de roede. [JG, 1b; N 8, 36 en 37b] I-9
omslagboor zwengelboor: sweŋǝlbǭr (Montfort) Houtboor met een houten of metalen C-vormige booromslag waarmee een draaiende beweging wordt gegeven aan het boorijzer. Zie ook het lemma ɛomslagboorɛ in Wld II.11, pag. 84.' [N 53, 160c; monogr.] II-12
omtrek, omvang omtrek: omtrèk (Montfort), omtrék (Montfort) de hoofdlijn die de grenzen van een figuur uitmaakt en er de vorm van bepaalt [omtrek, omkant] [N 91 (1982)] III-4-4
omwalde akker hof: hōf (Montfort) Een akker welke omsloten is door een akkerwal, een brede gracht of door bossen. [N 11, 2e; N 11, 2f; N 27, 3b; A 10, 4; monogr.] I-8
omweiden omweiden: ǫmwɛi̯jǝ (Montfort) Het geregeld verplaatsen van vee. [N 3A, 11; monogr.] I-11
onbelangrijk luttel: luttel (Montfort), min: min (Montfort), niet wichtig: neet wichtig (Montfort), nietig: nietig (Montfort), onbelangrijk: onbəlangriek (Montfort), weinig: wenig (Montfort) een voorwerp zonder waarde; een zaak van geen enkel belang [nietlig, nietigheid, dodeman, lacheding] [N 91 (1982)] || niet veel [luttel, min, schriel, weinig] [N 91 (1982)] || van geen belang, niet belangrijk [ongewicht] [N 91 (1982)] III-4-4
onbeleefd bot: bot (Montfort), onbeleefd: onbeleef (Montfort), onbəlèf (Montfort) niet wellevend, handelend in strijd met de beleefdheid [onbeleefd, bot] [N 87 (1981)] III-3-1
onbeschaafd boers: boers (Montfort), lomp: lomp (Montfort), nut: nut (Montfort), onbeschoft: onbəschoft (Montfort), ongeschoft: ongeschoefdj (Montfort) ruw, niet beschaafd [lomp, loer, boers, onbeschoft, nut] [N 87 (1981)] III-3-1