e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

Gevonden: 5966
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezem bezem: bɛsəm (Montfort, ... ), straatschrobber: straotsjrubber (Montfort) bezem [RND], [SGV (1914)] || bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
bezemsteel steel: st̞ēl (Montfort) bezemsteel [RND] III-2-1
bezig bezig: bezig (Montfort) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezig zijn doende zijn: doondə zeen mit (Montfort) werkzaam aan of met iets bezig zijn [bezig, onledig, ollig, doende, gesteld [zijn aan]] [N 85 (1981)] III-1-4
bezoek bezoek: bezeuk (Montfort, ... ), bəzeuk (Montfort) bezoek [SGV (1914)] || de personen die op bezoek komen [bezoek, visite, volk] [N 87 (1981)] III-3-1
bezoeken bezoeken: bezeuken (Montfort), krankə bəzeukə (Montfort) een zieke bezoeken [randen] [N 87 (1981)] III-3-1
bezorgd geen ruhe (du.) hebben: gein roew höbbe (Montfort), zorgelijk: zorgeluk (Montfort) ongerust zijn, vol kommer en zorg zijn (d) [betusseld, betimperd, zorg hebben] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwaarlijk bezwaarlijk: bəzwaorlək (Montfort), kwalijk: kwaolijk (Montfort) zwaar vallend [bezwaarlijk, kwalijk] [N 85 (1981)] III-1-4
bezwijming zwijmel: zwiemel (Montfort) Bezwijming: flauwte, onmacht (kwalijkte, kwalijkvaart, zwijm, zwijmel). [N 84 (1981)] III-1-2
bibberen rijderen: riejere (Montfort, ... ) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] || bibberen, bibberen [SGV (1914)] III-1-2