e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plunderen plunderen: plunjeren (Montfort), plunnərə (Montfort) als buit meenemen [pluimen, plunderen] [N 90 (1982)] III-3-1
poeder, pulver poeder: poejer (Montfort, ... ), stof: stof (Montfort) tot fijn gruis of zeer fijne koreltjes gemaakte vaste stof [peder, pulver, poeder, stof] [N 91 (1982)] III-4-4
poel poel: pōl (Montfort) Klein ondiep, stilstaand water, veelal als troebel of smerig gedacht. Een poel heeft dan ook meestal een meer ongunstige betekenis dan een vijver. [N 27, 24; S 28; A 20, 1; A 2, 48; monogr.] I-8
poel, plas poel: peul (Montfort) poelen (mv.) [SGV (1914)] III-4-4
poesjenellenkelder poesjenellenkelder: poesjenellekelder (Montfort) De ruimte waar marionettenvoorstellingen gegeven worden [poesjenellekelder, poesje]. [N 90 (1982)] III-3-2
poetsen, schoonmaken poetsen: poetse (Montfort), putse (Montfort), schoonmaken: schoonmaken (Montfort) Rein, schoon, als gevolg van het poetsen (schoon, proper) [N 79 (1979)] || Reinigen, poetsen, (poetsen, kuisen, schoonmaken) [N 79 (1979)] III-2-1
poetsmiddel poetspommade: poetsplemaat (Montfort), putspləm‧āt (Montfort) Zacht schuurmiddel voor b.v. zilver of koper (kuis, poets, potlood) [N 79 (1979)] III-2-1
pokdalig mottig: mottig (Montfort), pokdalig: pokdalig (Montfort) pokken: Door pokken geschonden, gezegd van de huid (mottig). [N 84 (1981)] III-1-2
poken ragelen: raogele (Montfort), rōͅxələ (Montfort), r‧ōͅxələ (Montfort) Met een pook in de kachel of het vuur porren (poken, peuteren, rakelen, koteren) [N 79 (1979)] || poken [SGV (1914)] III-2-1
polijststaal, polijstvijl polijster: pǫlīstǝr (Montfort) Een zeer fijn geslepen en zeer hard staal waarmee men gevijld metaal polijst. Het heeft ongeveer de vorm van een vijl. Het uiteinde van het blad van de vijl was bij sommige informanten soms haaksgewijs omgebogen. Ook de invuller uit L 321 merkte op dat hij een gekromd polijststaal meestal zelf maakte door het blad van een oude vijl heet te maken en vervolgens te buigen. Diverse invullers vermeldden ook het gebruik van een zoetvijl bij het polijstwerk. Zie ook dit lemma. [N 33, 261a-b] II-11