33827 |
rank paard |
(een) luxe:
lyks (L382p Montfort)
|
Gezegd van een slank, snel paard, dat vaak als rijdier wordt gehouden. [JG 1a; N 8, 20 en 62l]
I-9
|
33580 |
ranken van de wingerd |
ranken:
reng (L382p Montfort)
|
[SGV (1914)]
I-7
|
20515 |
ranzig |
garstig:
gaastig spek (L382p Montfort),
gae‧stich (L382p Montfort),
géestig (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
ranzig:
ranzig (L382p Montfort)
|
garstig spek [..] [SGV (1914)] || ranzig; Hoe noemt U: Sterk smakend, onaangenaam ruikend gezegd van spek (ranzig, garstig) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
24765 |
rapunzelklokje |
vingerhoed:
WLD
vinger hood (L382p Montfort)
|
Rapunzelklokje (campanula rapunculus 30 tot 90 cm groot. Dikke, kruipende wortelstok; de stengel is stompkantig en kortbehaard; de onderste bladeren zijn ei- tot hartvormig en zijn langgesteeld, de bovenste zijn langwerpig ongesteeld en kortbehaard; de [N 92 (1982)]
III-4-3
|
19558 |
rasp |
rasp:
rasp (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
In het algemeen een staafvormig stalen werktuig met tandjes en putjes voor het bewerken van harde materialen, inz. metalen. Zie ook afb. 108. De grote rasp (Q 83) was van twee handvatten voorzien. Het blad van meer dan een meter lang was aan één kant grof en aan de andere kant fijn. Dit werktuig werd op heet ijzer gebruikt, bijvoorbeeld om koetsassen af te werken op de plaats waar zij geweld waren. [N 33, 85; monogr.] || rasp [SGV (1914)]
II-11, III-2-1
|
19839 |
raspen |
raspen:
raspe (L382p Montfort, ...
L382p Montfort,
L382p Montfort),
rijven:
rie:və (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
rieve (L382p Montfort, ...
L382p Montfort,
L382p Montfort,
L382p Montfort)
|
raspen (w.w.) [SGV (1914)] || raspen; Hoe noemt U: Met een rasp fijn maken (raspelen, raspen, rieven) [N 80 (1980)]
III-2-1, III-2-3
|
31393 |
raspvijl |
schoesterrasp:
šustǝrrasp (L382p Montfort)
|
Gereedschap waarvan de ene helft als vijl en de andere helft als rasp dient. Sommige raspvijlen hebben een blad dat aan één zijde als vijl en aan de andere zijde als rasp is uitgevoerd. Er bestaan ook uitvoeringen waarbij één helft van het blad als vijl is bekapt en het andere deel als rasp. [N 33, 100]
II-11
|
24367 |
rat |
rat:
rat (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
rat [SGV (1914)]
III-4-2
|
23798 |
ratel van witte donderdag |
klepper:
klepper (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
klipper (L382p Montfort),
ratel:
ratel (L382p Montfort)
|
De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
24767 |
ratelaar |
ratelaar:
-
ratelear (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
schoentje:
WLD
schoentje (L382p Montfort)
|
Kleine ratelaar (rhinanthus minor 10 tot 40 cm groot. De stengels zijn niet of weinig vertakt; de bladeren groeien kruisgewijs, zijn smal en gezaagd. De bloemen staan in korte trossen, de kroonbuis is recht en geel, de bovenlip heeft zeer kleine witte o [N 92 (1982)] || kleine ratelaar (Rhinanthus minor L.) [DC 60a (1985)]
III-4-3
|