31426 |
ratelboor, krekelboor |
krekelboor:
krēkǝlbǭr (L382p Montfort)
|
Boorapparaat, bestaande uit een rechte spil en een dwars daarop staande hefboom. De spil is voorzien van een soort palrad. Aan de onderzijde ervan bevindt zich een boorhouder waarin een boorijzer kan worden geplaatst. Door de hefboom met de hand heen en weer te bewegen kan het boorijzer in een bepaalde richting worden gedraaid. De meeste ratelboren kunnen zowel links als rechts draaien. Het hele apparaat kan eventueel in een boorstelling worden geplaatst. Zie ook afb. 129. [N 33, 140; N 33, 142-143; N 33, 159; monogr.]
II-11
|
24711 |
ratelpopulier |
ratelaar:
ratelair (L382p Montfort),
ratelpopulier:
WLD
ráátelpopəlier (L382p Montfort),
vuilbeel:
voel baele (L382p Montfort)
|
de bladeren van de ratelpopulier (vrouwentongen). [N 82 (1981)] || De ratelpopulier; heeft bijna ronde bladeren met een gegolfde rand die aan lange platte stelen zitten; bij een beetje wind bewegen ze schuin langs elkaar, wat een ritselend geluid geeft (drilboom, vuilboom, klater, fledderaar, klaterteer, klatelleer). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
20529 |
rauw |
groen:
greu:n (L382p Montfort),
rauw:
rauw (L382p Montfort, ...
L382p Montfort,
L382p Montfort)
|
rauw; Hoe noemt U: Rauw, niet gekookt (groen, rauw) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
22338 |
ravotten |
ravotten:
ravotte (L382p Montfort),
stoeien:
stoeien (L382p Montfort),
Opm. Duitse st.
stoeie (L382p Montfort)
|
stoeien [SGV (1914)] || Voor de grap met elkaar worstelen, ravotten, gezegd van kinderen [riepen, riepzakken, raggen, balkuinen, stoeien]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18868 |
razen en tieren |
razen:
raozə (L382p Montfort),
tekeergaan:
te keer gaon (L382p Montfort)
|
luidruchtig uiting geven aan woede [razen, tieren, tekeergaan, tobben] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19120 |
razend van woede |
dol:
dol (L382p Montfort),
dul (L382p Montfort),
dolgedraaid:
dul gedraetj (L382p Montfort)
|
razend van woede, zeer woedend [dol, dul] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17902 |
recht vooruitstoten met de armen |
stuiken:
stoekke (L382p Montfort)
|
stoten: met de armen recht vooruit stoten [stuike] [N 10 (1961)]
III-1-2
|
21356 |
rechtbank |
rechtbank:
rechtbank (L382p Montfort)
|
rechtbank [SGV (1914)]
III-3-1
|
34093 |
rechterachterkwartier |
bij de hands achterste kwartier:
bidranš ɛxǝlstǝ kǝrtēr (L382p Montfort),
rechts achterkwartier:
rɛxts axtǝrkwartēr (L382p Montfort)
|
Het kwartier van de uier rechts achter. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116d]
I-11
|
33764 |
rechterkant van het paard |
valmanszij:
valmanszii̯ (L382p Montfort),
van mans zij:
van mans zi (L382p Montfort)
|
Tegenovergestelde kant van de plaats waar de voerman gaat. [N 8, 9 en 10]
I-9
|