| 21081 |
sabbelen |
zoebelen:
zoebele (L382p Montfort)
|
sabbelen, bijv. op een grassprietje [sebbele, zabbere, zeewere] [N 10 (1961)]
III-2-3
|
| 23812 |
sacramentsdag |
sacramentsdag:
sacramentsdaag (L382p Montfort),
sakkermentsdaag (L382p Montfort)
|
Donderdag na de eerste zondag na Pinksteren, Sacramentsdag [papkêrremes, Vroonlaichnaam]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23288 |
sacramentsprocessie |
sacramentsprocessie (<lat.):
sakkermentspersesse (L382p Montfort),
sakramenspersessje (L382p Montfort)
|
De processie die op Sacramentsdag wordt gehouden: Sacramentsprocessie, grote processie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
| 23321 |
sacristie |
sacristie:
sakkerstie (L382p Montfort),
sakkrestie (L382p Montfort),
sakrstiej (L382p Montfort),
snijkamer:
ps. letterlijk overgenomen.
sniekamer (L382p Montfort)
|
gerfkamer [SGV (1914)] || Het tegen de kerk aangebouwde vertrek of gebouwtje, waar de priester en de dienaren zich voor de dienst gereedmaken [gerfkamer, sakristij, sacristie?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
| 24372 |
salamander |
salamander:
salemander (L382p Montfort)
|
salamander [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
| 21105 |
salie |
salie:
salie (L382p Montfort, ...
L382p Montfort)
|
Hoe noemt men bij u de afgebeelde plant? Het is een heesterachtige plant van ca. 60 cm hoog met tamelijk lange, wat kreukelige bladeren met gekartelde randen. Zij staan tegenover elkaar en zijn grijsgroen van kleur. De bloempjes zijn blauw-wit (soms ook r [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
| 24746 |
salomonszegel |
jakobsladder:
WLD
Jacobs ladder (L382p Montfort),
neteldoek:
WLD
neteldook (L382p Montfort),
salomonszegel:
eigen spelling
zalomonszegel (L382p Montfort)
|
Salomonszegel (polygonatum officinalis). Een 20 tot 50 cm grote plant met een dikke, witte wortelstok; de bladeren zijn verspreid, langwerpig ovaal; de bloemen groeien in trosjes van 1 of 2 bij elkaar, zelden meer, gesteeld, smal klokvormig, wit met groen [N 92 (1982)]
III-4-3
|
| 21571 |
salueren |
aanslaan:
nb : stoottoon
aan: slao: n (L382p Montfort),
salueren (<fr.):
nb : stoottoon
salue:re (L382p Montfort)
|
groeten van soldaten (salueren) [N 102 (1998)]
III-3-1
|
| 21332 |
samenspannen |
heulen:
heulen (L382p Montfort),
houden:
houwə (L382p Montfort)
|
samenspannen met iemand [heulen, houden] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
| 23642 |
sanctus |
sanctus (lat.):
sangtes (L382p Montfort),
santus (L382p Montfort)
|
Het (vaste) misgezang dat op de prefatie volgt, het sanctus. [N 96B (1989)]
III-3-3
|