e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schroodbeitel schroder: šrø̜jǝr (Montfort) Brede, zeer korte beitel die met zijn staart in het gat van het aambeeld geplaatst wordt. Op de schroodbeitel kunnen gloeiende staven ijzer doorgehakt worden. Zie ook afb. 20. [N 33, 44] II-11
schub schub: schubbe (Montfort), WLD  schuib (Montfort) Hoe noemt u elk van de dunne plaatjes waarmee de huid van een vis geheel of gedeeltelijk is bedekt (schub, schubbe, schelp, schulp) [N 83 (1981)] III-4-2
schuchter bleu: bleu (Montfort), bleud (Montfort), schouw: schoewj (Montfort) bang om de aandacht te trekken of zich te vertonen [blode, bedeesd, beschaamd, schuchter] [N 85 (1981)] || bloode [SGV (1914)] III-1-4
schudden van vruchten appels schudden: appels schudde (Montfort), schudden: WLD  schuidde (Montfort) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] I-7
schuier klederborstel: kleͅi̯ərbøͅrstəl (Montfort) stofborstel om stof uit kleren, stoelbekleding, gordijnen, enz. te verwijderen [DC 15 (1947)] III-2-1
schuifgrendel schoude: sjaof (Montfort), sjauw (Montfort) schuifgrendel [N 07 (1961)] III-2-1
schuifje van de biechtstoel luikje: luikje (Montfort), schuif: schuuf (Montfort) Het afsluitbare traliewerk, de schuif in de biechtstoel. [N 96A (1989)] III-3-3
schuifmaat schuifmaat: šȳfmǭt (Montfort) Metalen maatstok met een vast en een verschuifbaar deel om in- en uitwendige maten van werkstukken op te nemen. Het vaste en het schuifbare deel van het werktuig zijn beide van een bek voorzien waarmee een werkstuk omklemd kan worden. Op het beweegbare deel is een schaalindeling aangebracht en soms ook op het vaste deel. In het laatste geval kan tot op tienden of twintigsten van een millimeter nauwkeurig worden opgemeten. Zie ook afb. 86. [N 33, 267] II-11
schuilgaan van de maan kruipt voort: de maon kruup voeit (Montfort) baaien van de maan, in de betekenis van de maan gaat schuil in een wolk; betekenis/uitspraak [N 22 (1963)] III-4-4
schuimen schuimen: schoemən (Montfort), schuumen (Montfort) schuim opwerpen, dragen of geven [bedomen, schuimen] [N 91 (1982)] III-4-4