18390 |
speld |
spang:
spaŋ (L382p Montfort)
|
Puntig, van een kop voorzien metalen stiftje om iets in weefsel vast te steken of te bevestigen op of aan iets anders. [N 62, 50a; L 7, 20; L 14, 24; L B1, 73; R 14, 8a; MW; Wi 7; S 34; monogr.]
II-7
|
28970 |
spelden |
vaststeken:
vastštē̜kǝ (L382p Montfort)
|
Met spelden stukken kleding of panden aan elkaar vastspelden. [N 59, 74; L 7, 20; S 34]
II-7
|
22383 |
spelen (alg.) |
spelen:
Opm. Duitse sp.
spele (L382p Montfort)
|
spelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
22467 |
speler die twee beurten heeft |
dam:
dam (L382p Montfort)
|
Een speler die twee beurten heeft om het aantal gelijk temaken in bepaalde spelen [dam, dame]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
22327 |
spelletje |
partijtje:
peͅrtikə (L382p Montfort),
potje:
puitje (L382p Montfort),
putje (L382p Montfort),
spelletje:
spēlkə (L382p Montfort)
|
Het spelen van een spel door twee of meer personen [partijtje, potje, spelletje]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20165 |
spenen |
de borst afwennen:
de borst aafwenne (L382p Montfort),
spenen:
speenə (L382p Montfort),
špīǝnǝ (L382p Montfort)
|
Het veulen het zuigen ontwennen. [JG 1a, 1b; N 8, 59] || spenen; een kind van de speen of de borst afwennen [spenen, spanen] [N 86 (1981)]
I-9, III-2-2
|
17719 |
sperma |
natuur:
natuur (L382p Montfort),
sperma:
sperma (L382p Montfort)
|
Sperma: het mannelijk zaad (foeter, natuur, sperma). [N 84 (1981)]
III-1-1
|
24247 |
sperwer |
kuikendief:
ky.kənde.f (L382p Montfort)
|
sperwer [RND]
III-4-1
|
33513 |
sperziebonen |
prinsessenbonen:
WLD
prinsèssəboon (L382p Montfort)
|
De gewone boon met gezwollen zaden, prinsesseboon,sperzieboon, (slaboon, kereboon, herenboon, boterboon, prinses, suikerboon). [N 82 (1981)]
I-7
|
20535 |
spetteren |
kissen:
kiesə (L382p Montfort),
spetteren:
spettere (L382p Montfort, ...
L382p Montfort),
sudderen:
suddere (L382p Montfort)
|
sudderen; Hoe noemt U: Knetteren van de boter in de pan bij verhitting (snerken, sudderen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|