e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stempel, leest stamp: stamp (Montfort) Gehard stuk staal met vierkante, rechthoekige of ronde dwarsdoorsnede dat naar onder toe in een punt uitloopt. De leest wordt met behulp van een hamer door gaten in metaal gedreven om ze groter te maken of om ze een andere vorm te geven. Zie ook afb. 55. [N 33, 278] II-11
stempelen doppen: doppe (Montfort), stempelen: stempele (Montfort), stimpələ (Montfort) het laten afstempelen door een werkloze van een formulier als bewijs dat hij geen regelmatige arbeid verricht heeft [doppen, stempelen] [N 90 (1982)] III-3-1
stemvork stemvork: stemvork (Montfort), steumvork (Montfort) Het instrument in de vorm van een U-vormig omgebogen stalen stang waarmee men een onveranderlijke toon voortbrengt die geschikt is om instrumenten te stemmen [toonijzer, stemvork]. [N 90 (1982)] III-3-2
stenen omheining muur: moer (Montfort), schans: schans (Montfort) een schutting of omheining van steen (schans, schrans, beer) [N 90 (1982)] III-2-1
stenendrager drager: drē̜gǝr (Montfort), stenendrager: stęjndrē̜gǝr (Montfort) De handlanger die speciaal belast is met het aandragen van de metselstenen. Zie voor de fonetische documentatie van de tussen haken geplaatste termen het lemma 'handlanger'. [N 30, 2d; N 31, 16b; monogr.] II-9
ster van bethlehem (campanula isophylla moretti) campanula: eigen spelling  kampanulla (Montfort), ster van bethlehem: -  ster van Bethlehem (Montfort, ... ) ster van bethlehem (Campanula isophylla Moretti) [DC 60a (1985)] || Ster van Bethlehem (campanulla isophulla alba) (kampanulla, valse edelweiss). [N 92 (1982)] III-2-1
sterke mortel vochtdichte spijs: vǫx˱dex spīs (Montfort) Mortel voor waterdicht pleisterwerk, bijvoorbeeld voor kelders. Volgens de invuller uit Q 180 werd bij de bereiding ervan Rijnzand gebruikt. Zie voor de fonetische documentatie van de woorddelen '-(spijs)', '-(specie)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 38b] II-9
sterke trasmortel trasspijs: tras[spijs] (Montfort) Mortel bestaande uit tras en kalk, volgens de invuller uit Q 35a gebruikt voor waterdicht werk. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 37b] II-9
sterrenbeelden bokkenwagen: grote beer  bokkenwagen (Montfort) sterrenbeeld [DC 49 (1974)] III-4-4
sterven creperen: kreperen (Montfort), hemelen: spottend  hiemele (Montfort), kapotgaan: WLD  kepòtgaon (Montfort), sterven: sterve (Montfort, ... ) Hoe noemt u sterven, gezegd van dieren (kreperen, kapotgaan, doodgaan) [N 83 (1981)] || sterven [SGV (1914)] || sterven van een mens [N 38 (1971)] || sterven, doodgaan, hemelen gaan [sjterreve, hiemmelejoaë] [N 96D (1989)] III-2-2, III-4-2