e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tornen lossnijden: lossni-jǝ (Montfort) De naad of steken losmaken en uithalen. [N 62, 22; A 4, 27b; L 20, 27b; Gi 1.IV, 20; MW; S 38] II-7
tortelduif tortelduif: tòrteldoef (Montfort) tortelduif III-4-1
touwtjespringen touwtjespringen: /  Tuike springe (Montfort) touw springen [SND (2006)] III-3-2
traag langzaam: langzaam (Montfort), lui: lui (Montfort), traag: traog (Montfort, ... ), troag (Montfort) niet snel reagerend; langzaam in het handelen [traag, lui] [N 85 (1981)] || traag [SGV (1914)] III-1-4
traag praten zemelen: zeemələ (Montfort) traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)] III-3-1
trage vrouw trut: n trut (Montfort) een domme trage vrouw [sarut, sara] [N 85 (1981)] III-1-4
traktatie bij het plaatsen van de mei traktatie (<lat.): traktaasje (Montfort) De tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag. [N 88 (1982)] III-3-2
traktatie van de bruidegom (kwansel) bruidskwansel: broets kwansel (Montfort), bruidwerk gooien: broedswerk gooje (Montfort) De tractatie van de bruidegom aan de jongelingen in zijn buurt [kwansel]. [N 88 (1982)] III-3-2
trakteren trakteren (<lat.): trakteere (Montfort) trakteeren [SGV (1914)] III-3-1
tranende ogen leepsogen: lepsouge (Montfort), lepe ogen: mit leepe ouge (Montfort) leepogig [SGV (1914)] || oog: tranende ogen [sijp-, siep-, sijper-, seeper-, soep-, leep-, prutooge] [N 10 (1961)] III-1-1