e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitvoerder voorwerker: vø̄rwęrkǝr (Montfort) Persoon die in dienst van een aannemer of ambachtsman de leiding heeft over de uitvoering van een werk. [N 30, 3d; N 30, 3e; monogr.] II-9
uitwerpselen van het paard paardsstront: pęrtsstrǫntj (Montfort) [A 9, 24b] I-9
uitwerpselen van koeien flater: flātǝr (Montfort), koestront: kustronjtj (Montfort) [N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I] I-11
uitwijken hot varen: Note v.d. invuller:  hot vaarə (Montfort), uitwijken: oetwieke (Montfort) met paard en kar van het midden van de weg naar rechts wijken (afzetten) [N 90 (1982)] III-3-1
uitzetter uitzetijzer: ūtzetīzǝr (Montfort) Stuk ijzer, glas of vuursteen in een handgreep, gebruikt om de rek uit het leer te halen of om dun leer glad te strijken. [N 36, 40] II-10
unster ponder: mit eine punjer waoge (Montfort), punjer (Montfort) unster (balans) [SGV (1914)] || unster [met een ~wegen] [SGV (1914)] III-3-1
urine pis: pes (Montfort), pis (Montfort), zeik: zęi̯.k (Montfort), zęi̯k (Montfort) urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
urineren pissen: pesǝ (Montfort), pisse (Montfort), wateren: watere (Montfort), zeiken: zęi̯kǝ (Montfort) urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.] I-11, III-1-1
ursuline ursuline: uurzelien (Montfort) Een Ursulin [Ursulien]. [N 96D (1989)] III-3-3
vaandel drapeau (fr.): draapo (Montfort), vaan: vaan (Montfort, ... ) De aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan]. [N 88 (1982)] III-3-2