e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verbinden van een wonde verbinden: verbinje (Montfort), verbinjə (Montfort), zwachtelen: zwagtələ (Montfort) verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)] III-1-2
verbindingspennen velgdeuvels: vɛlǝx˱dȳvǝls (Montfort) De houten of ijzeren pennen die de vergaringen met elkaar verbinden. [N 17, 66; N G, 45d] I-13
verbruien begaden: begaaien (Montfort), bəgaajə (Montfort), het mes in het varken laten steken: ⁄t mets in ⁄t verk laote steke (Montfort), niet lukken: neet lukkə (Montfort), verbruien: verbruje (Montfort), verknoeien: verknoojə (Montfort), verpesten: verpesten (Montfort), verprutsen: verprutsə (Montfort) door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] || verbruien [SGV (1914)] || zwaar in de fout gaan bij een handeling door hem niet of slecht uit te voeren [begaaien] [N 85 (1981)] III-1-4
verdacht verdacht: verdacht (Montfort) verdacht [SGV (1914)] III-3-1
verdacht rondlopen schuimen: schuumen (Montfort), sluipen: sluupə (Montfort) Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)] III-1-2
verdachte zaak niet in orde: get neet in orde (Montfort), niet pluis: dèt is neet pluis (Montfort) een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)] III-3-1
verdekken pannen omleggen: panǝ omleqǝ (Montfort) De pannen definitief leggen. Zwiers II merkt op pag. 512 over het 'verdekken' op: ø̄Het goed en gelijk leggen der dakpannen op een beschoten dak, hetgeen pas geschiedt, nadat eerst het geheele dak ten ruwste gedekt is, ten einde het gebouw zoo vlug mogelijk waterdicht te maken. Bij het verdekken moet elke pan door klinken goed worden nagezien, of ze zonder bersten is en, waar noodig, iets afgehakt worden, wat bij Hollandsche pannen bijna altijd het geval is, ten einde ze goed sluitend te kunnen leggen.ø̄ [N 32, 47b] II-9
verdenken / verdenking? verdenken: vèrdinkə (Montfort) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdenking presumptie (<fr.): Van Dale: presum(p)tie (&lt;Lat.-Fr.), vermoeden, veronderstelling, gissing; verdenking: presum(p)tie op iem. hebben, iem. ergens van verdenken.  perzons (Montfort) het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)] III-3-1
verdienen verdienen: geld verdeenə (Montfort) geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)] III-3-1