18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbinje (L382p Montfort),
verbinjə (L382p Montfort),
zwachtelen:
zwagtələ (L382p Montfort)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
34575 |
verbindingspennen |
velgdeuvels:
vɛlǝx˱dȳvǝls (L382p Montfort)
|
De houten of ijzeren pennen die de vergaringen met elkaar verbinden. [N 17, 66; N G, 45d]
I-13
|
18940 |
verbruien |
begaden:
begaaien (L382p Montfort),
bəgaajə (L382p Montfort),
het mes in het varken laten steken:
⁄t mets in ⁄t verk laote steke (L382p Montfort),
niet lukken:
neet lukkə (L382p Montfort),
verbruien:
verbruje (L382p Montfort),
verknoeien:
verknoojə (L382p Montfort),
verpesten:
verpesten (L382p Montfort),
verprutsen:
verprutsə (L382p Montfort)
|
door onoordeelkundige handeling of aanpak bederven [verpeuteren, verbruien, verknoeien] [N 85 (1981)] || er niet in slagen iets tot een goed einde te brengen, geen succes hebben [slip slaan] [N 85 (1981)] || verbruien [SGV (1914)] || zwaar in de fout gaan bij een handeling door hem niet of slecht uit te voeren [begaaien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21388 |
verdacht |
verdacht:
verdacht (L382p Montfort)
|
verdacht [SGV (1914)]
III-3-1
|
17932 |
verdacht rondlopen |
schuimen:
schuumen (L382p Montfort),
sluipen:
sluupə (L382p Montfort)
|
Rondzwerven met kwaad in de zin (schuipen, rallen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21798 |
verdachte zaak |
niet in orde:
get neet in orde (L382p Montfort),
niet pluis:
dèt is neet pluis (L382p Montfort)
|
een verdachte zaak, een zaak waarvan vermoed wordt dat die niet helemaal pluis is [koetel] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
30472 |
verdekken |
pannen omleggen:
panǝ omleqǝ (L382p Montfort)
|
De pannen definitief leggen. Zwiers II merkt op pag. 512 over het 'verdekken' op: ø̄Het goed en gelijk leggen der dakpannen op een beschoten dak, hetgeen pas geschiedt, nadat eerst het geheele dak ten ruwste gedekt is, ten einde het gebouw zoo vlug mogelijk waterdicht te maken. Bij het verdekken moet elke pan door klinken goed worden nagezien, of ze zonder bersten is en, waar noodig, iets afgehakt worden, wat bij Hollandsche pannen bijna altijd het geval is, ten einde ze goed sluitend te kunnen leggen.ø̄ [N 32, 47b]
II-9
|
21796 |
verdenken / verdenking? |
verdenken:
vèrdinkə (L382p Montfort)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21797 |
verdenking |
presumptie (<fr.):
Van Dale: presum(p)tie (<Lat.-Fr.), vermoeden, veronderstelling, gissing; verdenking: presum(p)tie op iem. hebben, iem. ergens van verdenken.
perzons (L382p Montfort)
|
het vermoeden dat iemand iets verkeerds gedaan heeft [verdenking, persons, perzonsie] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
21889 |
verdienen |
verdienen:
geld verdeenə (L382p Montfort)
|
geld verdienen [bladen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|