e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Montfort

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkleumd stijf: stie.f vanne kaaj (Montfort) verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verkoper verkoper: verkuiper (Montfort) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verkouden bevangen: bǝvaŋǝ (Montfort), verkoud: ich bön verkaajd (Montfort), verkaadj (Montfort), verkaowd (Montfort), vǝrkātj (Montfort) Een ontsteking van het neusslijmvlies. [JG 1b; N 8, 89; N 52, 24 en 25; monogr.] || Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] I-9, III-1-2
verkwisten verknoeien: vèrknoojə (Montfort), verkwanselen: verkwanselen (Montfort) op overdadige en lichtzinnige wijze besteden [dolboteren, vermokken, vertoelibassen, verkwisten] [N 89 (1982)] III-3-1
verlegen beschaamd: besjéémt (Montfort), bleu: bluë (Montfort), schouw: sjoe (Montfort), verlegen: verléége (Montfort) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verlegen (zijn) verlegen: verlége zeen (Montfort), vərlègə (Montfort) niet flink of zelfbewust zijn, zich niet goed durven uiten in het bijzijn van anderen [teutelen, verlegen zijn] [N 85 (1981)] III-1-4
verlengstuk verlengstuk: vǝrlęŋstøk (Montfort) Een stuk ijzer dat aan een werkstuk wordt vastgezet om dit laatste bij het smeden gemakkelijker te kunnen hanteren. Doorgaans gebruikt men echter een smeedtang. [N 33, 309] II-11
verliezen verliezen: Opm. de i is kort.  verlijze (Montfort, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
verlopen verlopen: vǝrlǫu̯pǝ (Montfort) Na korte tijd van dracht een misgeboorte hebben, gezegd van de koe. [N 3A, 39a] I-11
vermaak amusement: amuseren (Montfort), plezier: pləzeer (Montfort), vermaak: vermaak (Montfort) een handeling waardoor men plezier beleeft [vermaak, amusement] [N 85 (1981)] III-1-4